6

OVER VERBRANDINGEN,

doelmatig bij tijds en aanhoudend genoeg wordt aangewend. De ganfche menigte van de overige aangeprezene middelen tegen het branden zamengenomen baat niet het tiende gedeelte van datgcen, hetwelk dit middel alleen uitwerkt.

Altijd zullen mij de woorden in het geheugen blijven van een meisje, hetwelk ik in het eerfte jaar mijner Akademifche ftudien, aan eene brandende vuurzuil'gelijk , uit een naburig huis ijlen en zich in eene tien fchreden van daar verwijderde beek werpen zag. Het inftinkt dreef haar daar naar toe, waar zij alleen redding kon vindenmaar de kunst trok haar fpoedig, tegen baren wil, uit het bad, waarin zij zich zoo wel bevond. „ Ach!" riep zij dikwerf uit, als haar de; vreesfelijkfte pijnen kwelden, „ ach! waarom hebt gij

mij niet in het water gelaten, daar was ik wel."

Doch de kunst verftond den wenk niet; om haar voor het koude vuur te bewaren , leverde zij haar over in de armen van den dood. De hevigheid der algemeene verwoesting doodde haar. Ware zij in het water gebleven, dan ware zij gered geworden. Er was geen ander middel om het algemeen vreesfelijk in beweging gebragt zenuwgeftel tot bedaren te brengen dan veritopping der bron, ftilling der pijn. Hiertoe waren echter noch opiaten, noch aderlating, noch zalven, noch cenig ander middel onder al de duizenden, welke de Apotheek oplevert, in ftaat, dan alleen, geheel alleen, de koude. Ik beken, dat die woorden mij het eerst tot het doelmatig gebruik van dit ecnige, onwaardeerbare middel bragten, en het heeft mij nimmer bedro.gen. Ik zelf heb de heilzame werkingen daarvan aan mij vernomen, en ik moet deze eerfte ervaring, bij wijze van inleiding, laten voorafgaan, daar zich de hoofdmomenten eener doelmatige "behandeling bij branden vrij wel uit dezelve laten ontwikkelen.

Toen ik, verfcheidene jaren geleden, een gedeelte mijner ledige uren aan de beoefening der fchoone kunften toewijdde, en bezig was met vernis tot olieverw te koken, begon de kokende olie te branden. Snel nam ik den pot van het vuur, doch had het ongeluk, om ergens tegen aan te ftooten, waardoor ik een gedeelte van de brandende olie over mijne regterhand goot. De hevige, brandende pijn, welke ik oogenblikkelijk gevoelde , dreef mij, ais het ware, inftinktmatig aan, om

mij-