0f levensberigt van mr, johan meerman.

tc wachten had. „ Hetgeen er in taal en fpelling {dus ichrcef bij zelf in iateren tiid) goed in zijn mogt, fchoon voorts vol van fouten , had ik te danken aan het onderwijs van den Pra'eceptor van het eerfte School van vaassen/" ln den Herfst des jaars 1764, Helde zijn vader hem onder het opzigt van den Hcere beckel , een' Zwitfcr, die kunde en oudervinding had, zeer oplettend was op he| gedrag van den jongeling, en hem goed onderligt gaf. zoo in het Fransch, Latijn en Grieksch, als in de Wiskunde, Algebra, Aardrijksbelchrijving en in andere Wetfnfehafvpen. Dien leidsman in den Zomer des jaars 1766 moetende misfen, cn zelf niet begeerende iets van zijnen tijd tc verliezen, veel minder ooit ledig te zijn, huisvestte hij gaarne voor eenigén tijd bij den geleerden van vaassen , en zocht te gelijk zijne kundigheden in de Mathefis cn Algebra voort te zetten door het onderwijs van den lieer struyk.

Na verloop van weinige maanden, werd hem door zijnen vader toegevoegd de Heer ere, thans Profesfor te Jleidelberg. Deze gaf aan den Heer meerman eenig onderwijs in fomnifge talen cn wetenfehappen, waarin anders onze meerman , boven zijne jaren, reeds ongeloofelijke vorderingen gemaakt had. Tegen het einde van Zomermaand 1767, vertrok hij, met zijnen reisgenoot, naar Leipzig-, over Utrecht, Deventer, Halbcrflad en ïlaïïe. Niets van al het merkwaardige in die ftcden ontfnapte zijne aandacht. Ruim twee jaren lang veitoefde hij te Leipzig. Hier was hij vooral aan den vermaarden ernesti aanbevolen, die hem, gelijk fommige andere rijke Studenten met hunne reisgezellen, niet ongaarne als zijnen dageüjkfchen tafelvriend toeliet. Behalve de openbare lesfen van ernesti, over de Al* gemeènë Historie, Oudheden en Rhetorica, alsmede over gellerts Duitfche Literature; ontving hij een afzonderlijk onderwijs van de beide ernesti, oom en neef, in het Latijn, van reiske in het Grieksch , van ei krt in de Mathefis, van garve in de beginfelen der WLr-g^erte, van bsll in de Letterkundige Historie, en van ii'jber in het Fransch. Onder zoo vele bezigheden, nuttig voor den geest, befteedde hij te Leipzig dagelijks eenige men aan ligchamelijke oefeningen, hetzij ter bewaring en bevordering eer gezondheid, hetzij •tot bétamefijkê uitbanningen. Bij zijn verblijf op de gemelde Akademie, deed hij eerst, in Wymnaand 3768,

eene