ti Ï.evensberigt VAN MR. jokan MEERMAN.

en moeite gekost, aan welke hij federt het jaar 1784 door allen anderen arbeid henen, met vlijt gewerkt had. Evenwel zijn het derde en vierde Deel met veel minder genoegen ontvangen, dan de twee eerfte Deelen: 0m welke redenen dit ook moge geweest zijn. Nog weiniger was het vijfde Deel van een' algemeenet) fmaak, niettegenftaande bijna al de gemelde gedenkftukken nu eerst bekend werden , en ontleend waren uit de oorfpronkelijke Charters, die in ons Vaderland en in het Paufelijk Archief te Rome bewaard zijn gebleven.

De- Heer en Mevrouw meerman fchikten zich, in Zomermaand 1797» tot de reize over Northorn en Lingen naar Bremen, voorts over Hamburg, Lubtck* Kiel en andere fteden tot de overvaart der kleine Belt * en toen door Funen en Odenfee naar de groote Belt. Vanhier, Seeland doorrijdende, kwamen zij te Koppenhagen, en over de Suncl te Elfcneur; zij zagen Göthenburg, Christiania en een gedeelte van Noorwegen. Lr Zweden wederkeerende, reden zij over Upfal naar Stockholm, waar zij de feesten, bij 's Konings huwelijk met de Badenlche Prinfes, bijwoomden. Kort daarna kwamen zij te Koppenhagen , en zij genoten ook hier alle mo» gelijke eerbewijzingen.

De reize fcheen zich eerst tot Zweden en Denemarken alleen te zullen bepalen. De omftandigheden van. ons Vaderland in het jaar 1798 maakten het twijfelachtig, wat raadzamer wezen zou, of naar huis weder te keeren, of den weg naar Rusland en Polen in te liaan. Hierbij kwam nog, dat de intrede in Rusland aan niemand vergund werd, dan met uitdrukkelijke bewilliging van den toenmaligen Keizer paul. Zoodra deze vrijheid, na lang wachten en niet zonder groote moeite en. onkosten, hun vergund was, vertrokken de Echtgenooten, uit Stockholm en door fommige Zweedfche fteden, naar de Rusfifche grenzen. Zij geraakten, even voor den fneeuwtijd, in Slagtmaand 1798 binnen Petersburg, in welke ftad zij dezen en den volgenden winter door-, bragten. Dit langdurig verblijf gaf de gefchiktfte gelegenheid om al het merkwaardige in die ftad met naainykeurigheid te kunnen gadeflaan: waartoe de vriendelijkheid van den Heer hoguer, kort te voren Afgezant van deze Republiek aan het Rusfifche Hof, veel medewerkte. Ik behoeve in geene bijzonderheden te treden, om reden, ftraks te melden. Hetzelfde kan ik zeggen

van