over den voortgang van het christendom.

dat Hij het affchijnfel was van den onzienlijken god ,. liet beeld van de eeuwig weldoende liefde, die het geluk van alle i'chepfelen onherroepelijk wil.

De woorden en werken van jezus deden -hem befch ouwen als het toppunt van menfchclijke volmaaktheid; in hem zagen zii een' mensch, vervuld met den<*eest, met de gezindheid van den hoogen god, met wien hij op de verhevenfte wijs vermaagichapt was, en toch geloofden zoo weinigen in hem, in hem, die fprak gelijk nooit een mensch had gefproken, — en wat was hier de reden van? jezus leerde ons dit in zijne fchoone gelijkenis: „ Een zaad-zaaijer ftrooit zijn goed, vruchtbaar zaad, doch de wind verfpreidt een gedeelte op den harden, platgetreden weg; hier blijft het werkeloos liggen, totdat de vogelen het wegpikken. Een ander gedeelte valt op eenen fteenachtigen grond; hier vertoont zich wel de vruchtbaarheid van het zaad, doch de ftecnachtige grond ftoot de wortelen terug, en de ongevoede fpruit verdort door de brandende zon. Nog een ander gedeelte valt in eenen grond, vol onkruid; ook daar wast het op, doch de woest voortfchietende ftruiken verflikten het." Lag nu de oorzaak van den mislukten oogst in het zaad? of in den zaad - zaaijer ? immers, neen? Zij lag in den ongefchikten of onbereiden grond. ..,

De zaaijer bedoelde niets dan eenen rijken oogst ; en. dat het zaad beftemd was, om dat doel te bereiken,, blijkt aan dat gedeelte hetwelk in goede aarde viel. Dit: fchoot diepe wortelen, het wies op, en bragt dertig-,, zestig- en honderdvoudige vruchten voort.

Deze gelijkenis, mijn Vriend! moet u bevredigen. Grove zinnelijkheid, kluisters die ons aan vooroordeelen hechten, en trotfche waanwijsheid, maken, over^ het algemeen, den mensch onvatbaar voor het Christenaom. Maar, waar de grove zinnelijkheid door onvervalsche zedelijk gevoel wordt beteugeld, waar de kluisters Vtta gezag en vooroordeel, door ware verlichting en grootheid van ziel, worden vernietigd, en waar waanwijsheid door gezond verftand wordt verwonnen, daar, mijn Vriend ! daar wortelt zich het zuivere, het oiiverva'lschte Christendom , ddar bloeit het en draagt heerlijke vruchten.

Vaarwel! het ontbreekt mij heden aan tijd; iö mijnen; volgenden fchrijf ik over dit onderwerp zeker nog *» Ga 3w