Ï45 OVER VERBRANDINGEN,

het hier aanbevolen geneesmiddel zoowel, als der overige, middelen, hier Hechts weinig merkwaardigs bij te voegen.

Verbrandingen door vaste ligchamen

veroorzaken in het algemeen geene zoo uitgebreide, maar dieper gaande kwetfingen, ja zelfs verlies van zelfftandigheid. Daartoe behooren

Kolen en brandende flukken hout, of brandbare nuffen , inzonderheid als zij langen tijd werken ;

Heete of gloeijende metalen , vooral indien zij met. zekeren graad van geweld werken, b. v. bij het fmeden, enz. ;

Het buskruid, voornamelijk als het ïngefloten is;

Zoogenoemd dondergoud en donderzilver, enz. _ Ten aanzien der eerfte oogenblikkelijke behandeling vindt er, bij deze kwetfingen, geen oruierfcheid plaats. Men verzuime geen tijd met het uit den weg ruimen der vreemde ligchamen of het uithalen der kruidkorrels • dit kan naderhand gefchiecen, of gedeeltelijk, terwij] de ledematen in het water zijn. De nadere behandeling wordt volgens de algemeene grondftellingen der Chirurgie verrigt, zonder eenige prikkelende middelen, enTcel met olieachtige, de lucht afwerende verbanden, waarbij men zich in acht moet nemen, dat men het deel in den aanvang niet te warm houde, of er zelfs warmte aan toebrenge, dewijl daardoor, zelfs verfcheidene dagen na de verbranding , de ontfteking en pijn zeer ligt heviger worden. Koude benadeelt "echter in het vervolg.

De brandkorst, of door het koude vuur aangetaste plekken, fnijde men niet, en wende ook, bij, voor net overige, gezonde en werkzame organifche krachten, geene prikkelende middelen, uit- noch inwendig, aan. De brand zal niet verder voortgaan, en de verwoeste deelen zullen, bij de gemelde zachte behandeling, van zelve afvallen; tevens zal men daardoor verhoeden, dat de vleeschkorrels te welig aangroeijen.

Verbrandingen door vloeibare ligchamen

zijn gewoonlijk, in hoogere graden plaatsgrijpende, veel gevaarlijker, dan die door vaste iigchaiöén veroorzaaRt in eenen gelijken graad; want zij kunnen ligt eene veel

groo-