!Q© ZANGSTUK. BIJ DE GEBOORTE

LIED.

Juich, Neêtiand! juich! — uw Staatsgebouw Praalt nu als Eendragts reine tempel. Heel 't Volk fpreidt palmen op den drempel;

Ja — de offerfchaal der züv'ren trouw Wordt grootsch geplengd op Feestakaren.

De naam van Batavier en Belg

Verliest zich in Held willems telg. Triomf! — De tijd moet rozen baren.

Triomf! 't Vereenigd Nederland, Dat, volgens 't regt, zijn' Grondwet regelt, Ziet, heden 't Staatsverbond bezegeld ,

O, Naam'loos Wezen! door uw' hand. Gij grondt ons Rijk, Gij doet het bloeijen,

Nu 't Vorst'lijk Telgje, uit willems Echt,

Eene eeuw'ge bloemen-keten vlecht, Om Rusland aan ons heil te bocijen.

*

D E VOLLE MU Z IJ K.

Ja 't eeuwig wijs Beduur heeft Nederland befchnc,

Toen tweedragts helfche gloed hier blaakte, Toen trotschheid, toen belang, hier, in paleis en hut,

Naar eergeftoelte en rijkdom haakte. "Rampzalig was voor 't Volk de vreesf'lijk bitt're vrucht,

Op 't puin van orde en regt ontfproten; Voor eeuwig fcheen 't geluk der Vad'ren erf ontvlugt,

En 't Kroost in de ijz'ren boei gefloten.

's Lands Oppermogendheid was jammervol vergtuisd;

'• Maar onder 't oog der moordenaren. Nam, eind'lijk, 't Heldenvolk weer't wraakzwaard in de vuisti En flreed voor haardftede en altaren.

Nos