aio historisch verslag wegens het

jnoet ook de eer niet hebben van voor haar iets te doen.

■ „Maar, zegt men, niet alleen heeft het Verbond geen goed, maar het heeft wezenlijk kwaad gedaan. Het "heeft immers schill uitgezonden, die eigenmagtig te velde trok, en den Staat in hetgrootuVgevaar bragt!" 1— Hoe onbillijk en onregtvaardig kan men toch beschuldigen, als men volftrekt fchuld vinden wil! Wanneer aafl elk Gcnootfchap elk misdrijf van elk van deszelfs Medeleden kon te last gelegd worden, - dan was *et immers verkieslijker, hoe eer zoo beter in de eerfte -Leste woestenij te vlugten en daar als een kluizenaar te %aan leven, om niet voor de, fchuld van anderen aansprakelijk te moeten worden. Is het dan zoo vreemd tn ongehoord, dat een jong. vurig, ftout en ondernemend man, wicn het geluk reeds zeer gediend had, ^een dol waagft.uk onderneemt, in de hoop, dat, wan-

-neer het gelukt, de Natie cn de Kdning het hem wel

•vergeven zullen? Moet hij dan daartoe eerst van een Zedelijk - Wetenfchappelijk, of eenig ander, Genootfchap «aangezet worden? —

De vierde en laatfte vraag is deze : „ Hebben er zich ■riiet misfchien uit de puinhoopen van het ontbondene, ;niet geheime, maar openlijke, Zedelijk - Wetenfchappelijke Verbond, of wel uit andere hoofdftofFen, andere 'Verbonden gevormd, die wezenlijk geheim, en noch -Zedelijk noch Wetenfchappelijk, maar misdadig zijn, •dewijl zij klaarblijkelijk moord, roof, vrouwenfchenderij, en god weet wat al niet, prediken, of althans — dat immers even veel is !!— van verre daar heen wijzen ?"De Schrijver verlaat hier het heldere gebied van het weten en betreedt het donkere, en fchroomvolle gebied van het gelooven. Dat toch anderen, die meer weten, die onaangename duisternis verdrijven! Dat zij, die het uiteinde des Verbonds als Leden van hetzelve beleefd hebben, en op alle volgende bewegingen der Leden opmerkzaam waren, der wereld berigten, wat zii beleefd, waargenomen en ondervonden hebben! Dat" zij5 als mannen van een goed geweten en zuivere inzigton, naar waarheid, duidelijk en bepaaldelijk, fpreken,'zich niet achter woorden en uitleggingen verfchuilende, het eene niet door het andere mengende, noch alles, daadïaken , vermoedens en verdichtfckn, zoolang dooreen