32$ FRAGMENTEN OVER HART, GELUK,

Wie een boek over de liefde fcbrijven en al bare te* genftrijdigheden oplosfen wil, mag in het algemeen Hechts zeggen, dat zulke tegenftrijdige dingen, als zinnen, hart, en geest zijn, deel daaraan nemen Maar welke van deze drie den aanmerkelijkfr.cn invloed heeft, dit beflist over het duizendvoudige kolorier der liefde. De ruwe onbefchaafde mensch bemint met de zinnen. Zijn hart neemt aan hetgeen, dat hij geniet, omtrent zoo veel deel, als aan eenen goeden dronk en eenen goeden maaltijd. Een trap hooger; en weigezindheid, zelfverloochening en opoffering bewijzen, hoezeer het hart mede in het fpel komt. Wat eindelijk den laatften trap, de liefde met den geest betreft, ik hel zeer over om dezelve voor nie;s anders te houden dan voor eenen trek die ons de befchaving fpeelt, in zinnelijke liefde overgaande, dewijl zij een te ver gedreven gevoel is. Volgens hare ligte en luchtige natuur fluipt Zij van het

eene onderwerp tot het andere, en vindt geene blijvende plaats. Overal Vindt zij iets te fnoepen; want overal weet zij, door hare werkzame bekwaamheden, genot te bereiden. Slechts in du liefde, waarin het hart uitblinkt, Hechts daar beftaat de zachte fchemering, het kinderlijke gemoed en de gulden eigenzinnigheid, om flechts dat fchoon te vinden, wat men bemint. Slechts bij haar is onderwerping, vrijheid, geloof en vertrouwen, mitsgaders de bloohartigheid bij vreemden, naar welke zich dpze liefde niet weet te fchikken,

Wanneer men bedenkt, dat zekere liefde, die in onze romans figureert, bij de Ouden, die toch knappe menfchen waren, in het geheel niet vootkomt, zoo wordt men .bijna gedwongen, om te gelooven, 'dat wij een natuurlijk hartsgevoel met eenen opfehik belast hebben, waarmede het zich niet weet te behelpen. Wij hebben eene vrouw, die beftemd was ; om het geluk van eenen man te volmaken , op eenen troon gezet, om , als regentes van des menfehen lotgevallen, over het geluk der wijzen en dwazen te beflisfen. Gelukkiger dunkt mij zouden de beste onder de menfehen zijn, en er zouden meer verhevene daden plaats grijpen . wanneer de jongeling, dien de natuur met voortreffelijke krachten hefft begaafds zich zeiven niet bij eenen harlstogt verkwist-