se avondstond op het land. 47$

„ therese was gefield. Ik zag geen ander mensch, dan den ellendigen gevangenbewaarder, die mij, op al raiine vragen, enkel antwoordde: „ „ Het zal

" niet lang meer duren; want gij zult eerlang ge' " vonnisd worden.""

" H Den derden dag werd mijne gevangenis geopend. Ik ? werd naar buiten gebragt. Een detachement ruiters " wachtte mij, nam mij in het midden, en bragt mij • zoo naar dc geregtsplaats. Het ganfche regement . ftond onder het geweer; de galg was reeds opge" rigt en Hak boven alles uit. De verbeelding van H eenen fchsmlelijken en verachtelijken dood verlever,„ digde müne uitgeputte krachten op nieuw; ik ver„ dubbelde mijne fchreden; ik gevoelde reeds de ituiptrekkingen des doods; ik riep luidkeels therese! „ — en zoo kwam ik eindelijk ter plaatfe mijner be„ ïlemming aan."

, Mijn vonnis werd mij voorgelezen; en nu zou het „ voltrokken worden. Plotfcling werd er een door, dringend gefchreeuw vernomen; ik keerde mij om, „ en zag eene half naakte, bleeke, bebloede» zeer „ ranke menfchelijke gedaante, die door de gewapende „ menigte, welke mij omringde, poogde heen te wor„ delen". Het was de Graaf van * *. „ „ Vrienden! ,, ,, vrienden!"" riep hij uit alle magt, „ « *k —• „ „ ik ben de misdadiger — ik verdien te llerven! ,, genade, genade! voor den onfchuldigen! [k wilL Ie zijne "vrouw verleiden, hij'beftrafte mij daar. „ „ voor; en hij deed er regt aan. Indien gij het „ „ waagt, hem aan te raken, zoo kome zijn bloed „ „ over u!"" De Generaal ijlde naar den Graat „ toe, fprak tot hem, toonde hem de wet, die mij, „ daar ik mij aan mijnen Officier vergrepen had, ten s, dood veroordeelde. „ „ Hij was vrij!"" riep de „ Graaf; „ „ ik was zijn Officier niet meer; hier is ,, „ zijn affcheid, hetwelk ik, reeds twee dagen te voJ5 ,, ren onderteekend had; hij behoort niet meer onder uw regtsgebied." " De verbaasde Stafofneieren traden bijéén. De Graaf en de menichelijk' heid fpraken voor mij: ik werd weder in de gevangenis teruggebragt. . De Graaf fchreef aan den Minis„ ter, klaagde zich zeiven aan; hij bad voor na ij en ik werd in vrijheid gefield."

„ Laurens , therese en ik wierpen ons voor orV „ zen redder te voet. Hij bevestigde mijn affcheid.

„ De-