., ,

5*1 VERGEET MIJ NIET.

VERGEET MIJ NIET.

Door geen 'menfchen daar geplant,

Aan een' floot of waterkant,

Waar het bijna niemand ziet,

Groeit het klein Vergeet mij niet.

Als gij zulk een bloempje vindt,

Denk dan aan een' waren vrind,

Ook wel nederig en klein

Maar in vriendfchap trouw en rein.

Denk; dit bloempje fpreekt voor hem:

En uw hart gevoel' dié flem!

Ja, uw hart gevoele dan,

Dat geen bloempje u zeggen kan,

Hoe uw vriend , vol hart'lijkheid,

Om uw afzijn zucht en fchreit;

Hoe hij fteeds en overal

Aan u denkt en denken zal;

Hoe hij, treurig van gelaat, '

Eenzaam flille wegen gaat,

En in zijn' droefgeestigheid

Zich met uwe vriendfchap vleit,

Ja in zijn geprangd gemoed

Altijd nog de hope voedt,

Dat hij, wat ook moog gefchiên,

Eenmaal u zal wederzien. —

En zeg, als gij 't bloempje ziet,

Dan ook: Friendl 'k vergeet u niet.

L.