VOOR MOEDER EN KIND.

559

ligchaam van eene duurzame gezondheid is begaafd; die eenen goeden eetlust en eene wel verterende maag bezit, zoodat dezelve voor twee perfonen fpijzen en ook be- ■ hoorlijk verteren kan; die tevens bedaardheid van geest geniet, en door geene ftormachtige, geene nederllaande hartstogten verontrust wordt. Voor zulk eene moeder is liet de eerfte pligt, haar kind zelve te zogen. Zij zal niet flechts voor haar ligchaam geen nadeel van het zogen befpeuren, maar zich in eenen gewenschten welftand bevinden; hare gezondheid en hare fchoonheid zullen blijkbaar daarbij winnen, gelijk de dagelijkfche ondervinding bij jonge vrouwen leert.

Voorts moet echter eene welgeaarde moeder ook den wil hebben, om zich in alles naar de noodzakelijke verzorging en oppasflng van haar kind te rigten, en zien van uitfpanningen en vermaken te fpenen, die haar in de naauwkeurige vervulling van dezen moederplist zouden kunnen hinderen; zij moet het zich laten welgevallen, zulke fpijzen en dranken te mijden, die de melk voor den zuigeling nadeelig maken, en hem daardoor ziekten zou kunnen berokkenen.

Eene moeder, die al deze hoedanigheden bezit, zal in haren lieveling, dien zij zoogt, het verrukkend vermaak genieten, van hem fpoedig en bloeijend te zien opwas» fen; zijne lieve lachjes en zijne vrolikheid zullen haar bewijzen van zijn welvaren en zijnen gezonden toeftand opleveren; zijne vriendelijke oogen en zijne uitgeftrekte handjes naar de moeder, zoo dikwijls hij haar in het oog krijgt, moeten haar van de kinderlijke liefde en van het vurige verlangen tot haar overtuigen , en dit moet haar met eene onuitfprekelijke blijdfchap vervullen, gelijk ook het onverftaanbare geluid, waarmede het kleine fchepfeltje zijnen dank jegens deszelfs voedfter voor hare heerlijke melk en zorgvuldige oppasfing fchijnt uit te drukken. Bij gemeene vrouwen vindt dit gelukkige geval het meeste plaats; in den middelftand bevindt zich ook nog een aanmerkelijk getal ge-, zonde moeders, die er voor zich het zaligfte genoegen in ftellen, van zelve haren kinderen de borst te geven, en dezelve het hun door de natuur beftemde eerfte voedfel, ter bevordering van eenen vrolijken en gezegenden wasdom, te verleenen. Maar in de aanzienlijker ttanden zijn er des te minder moeders, die den zoeten Pligt van" het zelve zogen willen of kunnen op zich

«e-