IETS OVER DE UITVINDING DER BRILLEN. 569

iets over de uitvinding der brillen.

Een Bril beftaat uit twee door eenen rand met elkander verbondene glazen, door welke de voorwerpen aan de oogcn duidelijker verfchijnen. Eenigen bepalen de tijd van de uitvinding der Brillen tot het jaar 1205, en fchrijven dezelve aan de Italianen toe, maar beweren , dat de eerfte uitvinder zijne kunst zeer geheim heeft gehouden. Dit jaargetal komt mij verdacht voor; wettigt moet de o eene 9 zijn; ten minfte ik ken voor dit jaar verder geen bewijs, dan het beneden bijgebragte(«). De Engelschman roger baco, die in 1284 overleed, gewaagt van de Brillen, en in Duitschland waren zij reeds in 1270 bekend: want missner, een oud Duitsch Dichter, die omltreeks dezen tijd fchreef, maakt gewag van dezelve in zijne Verzameling van Minnezangers, en zegt uitdrukkelijk, dat oude lieden zich van dezelve tot lezen hadden bediend Doktor franciscus redi vond een oud handfchrift, in hetwelk, gelijk hij aan paul 'falconieri in eenen brief fchreef, van de Brillen omftreeks het jaar 1299 , als van eene nieuwe uitvinding, gefproken wordt (c); welke tijd zeer nabij komt aan dien, waarin eenigen de Uitvinding der Brillen aan den Florentijn salvino degli armati toer fchrijven (d). Redi berigt verder, dat de eerfte uitvinder zijne kunst geheim heeft gehouden; maar dat alexander de spina , een Monnik van het Dominikaner Klooster der h. katharina. te Pi/a, over de zaak verder nagedacht, en de kunst, om Brilleglazen te nijpen , op nieuw uitgevonden heeft (c). Uit een handfchrift van eene oude Kronijk van het genoemde Klooster blijkt, dat alexander de spina in 1313 overleed (ƒ> Men ziet hieruit, dat noch salvino degli armati, noch alexander de spina de eerfte uitvinders der

Bril.

(a) Allgeni. Hht.Lex. II-. BI. 473, onder alexander spin©. Nützliches Allerlei, VI. BI. 108, alwaar men in plaats van kobe;t moet lezen: roger. 00 Befchreib. tiner Berlin» Medaillen-isamml. von j, c w. möhsen , »773 Bl. 322. jtV) Schrökhs, Algem. Gefch. veor de Jeugd. IV. Deel. W Zie (ƒ)• (ƒ) Allg. Hist. Lex ter aangeh, pl.

Nn 5