trotschheid op den adel in spanje. 669

Itnield, ea in een' met hermelijn gevoerden mantel gedost, vrouwenbeeld, ongetwijfeld de oprigtfter van het praalgraf voorftellende. Dit uitmuntend en uit marnier gehouwen praalgraf, ftaat in eene platte nis, van boven met eene toog, waarop zich bevinden het wapen van spinola en dat van het Huis der Vorften van Salm. Ter zijde ftaan twee lijkbusfen.

(liet Vervolg in 2V°. 15.)

trotschheid op den adel in spanje.

Voor eenige dagen " dus verhaalt de Overfte cadahalso, zelf een Spanjaard, in zijne Marokkaanfche brieven, „ begeerde 'ik mijne koets, om eenen mijner vrienden, die ziek was, te bezoeken. Daar ''men mij lang wachten liet, vraagde ik ongeduldig, „ of de paarden nu nog niet ingefparinen waren ? Men „ antwoordde mij van neen. Er verliep nog een half uur en thans herhaalde ik nog eens mijne vraag, " terwijl ik hetzelfde antwoord kreeg. Na verloop van " eenige,minuten echter zeide men mij, dat de paarden " nu wel'ingefpannen waren, maar dat de koetfier nog " eenige andere verrigtingen had. Mijn ongeduld rees " ten top en ik ging zelf naar beneden, om te zien, " wat toch de reden van eene zoo lange vertraging was. ^ Mijn koetfier kwam mij tegen en verklaarde mij het raadfel in dezer voege: Offchoon ik flechts een " koetfier ben, Mijnheer! ben ik nogtans van adel. " Eenige mijner vafallen wilden niet vertrekken, voor " de eer te hebben gehad van mij de hand te kus" -■ fen. Dit heeft mij een weinig opgehouden. _ Nu "' " ben ik tot uwen dienst: waar wilt gij heen rijden, " „ Mijnheer?" ,, En met deze woorden klom hij „ op den bok."

drie