7l8 dat was een sterk bewijs ! enz.

dat was een sterk bewijs !

De wel bekende Doctor johnson . eens eenige zijnet vrienden te zijncnt verzocht hebbende, viel, ondei het eten, het gefprek op de H. Drieëenheid. Sommige der aanwezigen veroorloofden zich aanmerkingen omtrent het Syrobolum van St. athanasius. Johnson verdedigde hetzelve met kracht en weifprekendheid. Hij bra ;t al de bewijzen bij, die iiij flechts kon uitdenken; maar het hielp niet; hij overreedde zijne gasten niet. Ziende dat niets kon helpen, ftond hij van zijne zitplaats op, toonde zijne vuist aan het gezelfchap, en zwoer met den yerfchrikkelijkften eed , dat hij den eerden, die weder iets tegen dat Symbolum opperde, zou afrosfen. Of dat bewijs overreedde, weten wij niet: maar het deed de opponenten zwijgen.

Bij Godgeleerdheid is "het vreemd; maar in Staatsza« ken zou het foms kunnen dienen.

daarmede was misschien bij ons ook geld te verdienen.

Te Elbeuf, in Normandye, ziet' men , in de kerk, genaamd Notre-Darne de Mandeville, een ki in beeldje, dat St, jhathurin verbeeldt, die den duivel verdrijft, welke zich verfcholen had, inhei hoofd (NB.) van eene vrouw. „ Indien uw Heilige daarvoor bekend was," zeide zekere Bisfchop, die 's jaarlijks 40.000 livres inkomflen had, aan den Priester van die kerk — „ zoudt gij meer verdienen dan ik!"

wat raad? •

Hoe vreesfelijk lijd ik niet, beminnelijke lise, finds „ het oogenblik dat ik u gezien heb! Ik vrees ,, mijne medevrijers .... ik ...." Of viel lise hem in de rede, daar is raad voor; wilt gij geene medevrijers hebbend Bemin u zeiven,

het