DE VELUWSCHE HOOGTEN*

749

Toen tren de kist in het graf zoude nederlaten, bevond het zich te klein; men drong dezelve met geweld daar in, zoodat zij brak en het ligchaam uit: elkander wraakte, en het zulk een' afgrijslel ijken dank veroorzaakte , dat al de aanwezenden daarvandaan vlugtten. Anecdotes Frangaifes, Anno 1087. P> 143 ct A44*

DE VELUWSCHE HOOGTEN.

Daar rust het gewoel; daar ftoort Hechts een herder Met grazende fehaapjes de lieflijke ftilte. Daar is het zoo hemelsch, zoo zuiver en helder; Daar deinst de verlokking; daar zinken de driften. Daar ziet men de fchepping zoo verre geopend.

Daar lagchen zoo vriend'lijk en dorpen en lieden, In 't blaauwe verfchiet over glinsfreude beken. Daar ftralen van verre de gouden tapijten Van 't bloeijeri.de veld des' gezegenden ijvers. Daar prijken de boorden der donkere heiden Met liefelijk groen en met kleurige randers. Daar woont vergenoegdheid in eenzaamheid veilig;

Daar mengt zich het dankende lied van geil lancunanNiet 'met het geraas uit be walmde muren.

_ „ ... :„ J IL\C Aar

nan ïtemmen v.oiKomen m 1 imitu «■v«v De to.onen, die plegtig de dorpsklok ontrollen, .Wanneer zij den ftatigen av'órrdftorid luiden. Dan fchijnt ons de zon hare laatfte ftralen, Met dubbelden luister en groötschheid te fpreiden'$ Dan fpelt hare daling weldadige ftiite En zachtkens neigt alles ter. veilige ruste.

30 Acg>

i «MM» % ^