_ 44 -

d'Arnulfus" en bij Fruin (Versp. Geschr. VIII. II. De Etymologie van Holland p. 141) leest men: Van nog ouder dagteekening is het grafschrift van bisschop Bernulf of Bernold".

'k Mocht dus op goede gronden aannemen, dat de schenker van Summa en Bijbelboeken was Bertoldus— Bertolphus, Xantensch scholarch, tevens bouwmeester van 't westelijk gedeelte, waaronder de torens van den Dom te Xanten.

Maar was er dan mogelijk voor Bertolphus 'n bijzondere reden van dankbaarheid of genegenheid jegens Rolduc? Bouwde hij wellicht ook te Rolduc, of hielp 'n Rolducsche monnik hem met zijn Xantener Domkerk ?

'k Waagde het Dr. Cuypers, die de monumentale kerk van Rolduc heerlijk had gerestaureerd en hare geheimen kende, deze vraag voor te leggen.

Zijn speur- en weetzin, de mogelijkheid van 'n grootsche gevolgtrekking, gevoegd bij zijn ingeboren welwillendheid, deden hem de reis naar Xanten ondernemen, om ter plaatse 'n onderzoek in te stellen.

Zijn antwoord, dat ik destijds op 't Philologencongres dankbaar voorlas, moge ik als bewijs van zijn voortreffelijke hulpvaardigheid herhalen:

„Het bezoek aan Xanten heeft mij wel den indruk gegeven, dat er met Rolduc verwantschap bestaat, wanneer men zich den oorspronkelijken toestand der Rolducsche kerk voor den geest brengt. Ik vind den aanleg vrij wel overeenstemmend met Rolduc, evenzoo de hoofdindeeling en het grondplan der torens (dieper dan breed); te Xanten zijn de westzijde met 3 arcaturen, de Noord- en Zuidzijde met 4 arcaturen; ook de toepassing van ronde half cirkelvormige nissen in de zware torenmuren wijst op gelijken oorsprong. Volgens Wolff zouden de torens en het Westfront eerst in 1213 tot aan de 3de afsnijding zijn voltooid geworden, in Rolduc heeft men ook de geheele Xlle eeuw gewerkt om de kerk te bouwen, terwijl de torens nooit voltooid werden. De verschillende afmetingen der muren aan den Westbouw toonen te Rolduc duidelijk, dat men