- 57 -

grooter en kleiner, van lager en hooger, van bogen die weer bogen schoren en welven uit elkaar geboren, dat alles doet U aan als een schoon gedicht, een lofzang op den Allerhoogste ! En dan denk ik aan het interieur van de St. Barbara Kathedraal van Breda, dat al deze eigenschappen nog op meer bijzondere wijze in zich vereenigt.

Maar het hoogste heeft in dezen zin de Bouwmeester wel bereikt in dat kleine prachtjuweel, de Vondelkerk! Als er ooit van dichterlijke architectuur gesproken wordt, zal men dankbaar het interieur van deze Amsterdamsche HeiligHart-Kerk moeten gedenken, en vooral ook hierom is dit geval zoo waard te worden gememoreerd, wijl het den Aartskunstenaar gegeven is geweest heel de versiering en meubileering van dit wondere kerkje, naar eigen inzicht compleet door te voeren. En dan vragen wij ons af, hoe lang het nog duren zal, eer de thans meerendeels elk op zich zelf staande bouw- en sierkunstenaars een ensemble zullen kunnen bereiken, zooals hier onder de energieke leiding van hem, die bouw- en ook sierkunstenaar tevens was, is tot stand gebracht.

Cuypers, ofschoon reeds enkele jaren van ons heengegaan, leeft in zijn werken en we ontmoeten hem telkens nog op onzen levensweg. Dat wij hem thans bijzonder gedenken is in de eerste plaats een plicht van dankbaarheid hij heeft ons schoonheid bijgebracht en dat in groote overvloeiende mate. Met kwistige hand heeft hij het mooie, het sierlijke, het prachtige dikwerf om zich heen gestrooid — wij zijn, wij blijven er hem dankbaar voor — maar tevens moge deze herdenking een spoorslag voor ons wezen om aan zijn voorbeeld te toetsen, wat de ware dienst is van het Ooede, Ware en Schoone.

JAN STUYT.