REDEVOERING

uitgesproken door Professor Jacob J. Klinkhamer, bij gelegenheid der promotie van Dr. P. J. H. Cuypers tot Doctor in de Technische Wetenschappen eershalve op 8 Januari 1907.

Hooggeachte Heer Cuypers !

Evenals mijne voorgangers bij deze plechtigheid is ook mij de eer te beurt gevallen door den Senaat der Technische Hoogeschool als Promotor te worden aangewezen.

Die vereerende opdracht heeft voor mij echter iets zeer bijzonders.

Waar bij eene gewone promotie de promotor in de meeste gevallen de leermeester geweest is van den tot Doctor te promoveeren candidaat, daar waart gij dat, door uw werk, van mij en van nagenoeg alle bouwkundigen in Nederland.

De rollen, Hooggeachte heer Cuypers, zijn hier dus omgekeerd, maar het is ook eershalve dat u de doctorstitel wordt verleend. De bouwkundige afdeeling heeft zich dan ook gehaast, zoodra het mogelijk was, den Senaat het voorstel te doen, u het Eere-doctoraat toe te kennen, wetende daarmede te handelen in den geest van alle bouwkundigen van ons vaderland.

Daarin, namelijk om een groot man te eeren met de onderscheiding die alleen eene Universiteit geven kan, ligt ook voor ons de groote waarde van het recht van promotie, maar niet om het tot slot eener studie te doen worden, want hiertoe dient reeds de ingenieurstitel die tot eere is gebracht.