VOORWOORD.

Maar weinig steden in ons land zullen met zooveel reden den naam van Mariastad verdienen als Roermond. Ook voor den oppervlakkigen beschouwer, die deze stad nog maar even leerde kennen, is dit reeds spoedig waar te nemen in de talrijke Maria-beelden, langs de straten in nissen aangebracht, waarvan sommige des avonds met een lamp verlicht worden. Ondanks beeldstormerij, oorlogen en branden staan de getuigen van het verleden nog daar, en heeft Roermonds burgerij zijn geloof, zijne oude tradities, vooral zijne vereering der Moedermaagd door de eeuwen heen gehandhaafd.

Hoe hoog wij ook opklimmen in de middeleeuwsche geschiedenis der tweede stad van Gelder (en d. i. tot in de 13e eeuw) steeds vinden wij daar gewag maken van stichtingen, vrome ondernemingen en goede werken, waaraan eene oprechte Maria-devotie ten grondslag ligt. Hoewel het de moeite waard zou zijn eens alles bijeen te brengen wat hier op de plaatselijke Maria-vereering betrekking heeft gehad en nog heeft, moeten wij ons in deze bespreking bepalen tot eene enkele uiting daarvan. Het geldt n.I. de beschrijving van eene zeer oude Broederschap van O. L. Vrouw. Hare geschiedenis loopt over vier eeuwen en sluit met de Fransche revolutie. Gelet op hare vorm en samenstelling, haar doel en wijze van optreden, roept zij onmiddellijk den geest en den tijd der gilden in ons wakker, met welke instelling zij dan ook sterk verwant is.

Gelet op de plaats, waar men later gewoon was te vergaderen, en op den naam, dien zij altijd heeft gehandhaafd, moeten wij al aanstonds haar oorsprong zoeken bij de Christoffelkerk, of beter in eene kapel buiten de stadsmuren. Maar om een volstandig verhaal van hare vroegste ontwikkeling te kunnen geven, daartoe ontbreken ons nog te veel gegevens, die misschien weggedoken zitten hetzij in Brussel of in het Maastrichtsche Rijksarchief.