Appendix.

N. B. In dit aanhangsel geven wij, behalve een „Alphabetische woordenlijst" en een Personenregister, eenige uittreksels uit den Inventaris van J. Sivré, (1) en de „Handelingen van den Magistraat" door v. Beurden; uit het „Renthiersboeck" en het „Verdrachsboeck"; en verder eenige ambtelijke brieven,zoowel die met verordeningen van den stedelijken magistraat als die met lastgevingen van het Brusselsch gerechtshof; de eerste, dateerend uit de jaren 1499, 1527, n.1. de twee verdragen en concessies, waarvan alleen de aanhef wordt gegeven; en de laatste van 1673, 1677 en 1690, waarin wordt opgetreden tegen den Vrouwenbroeder en de tienmannen te Roermond.

Al kunnen wij het verband dezer Vrouwenbroeders met de behandelde Broederschap niet direct bewijzen, Schrijver dezes meende toch, ook op aanraden van anderen, deze stukken te kunnen publiceeren, alleen reeds „a titre de document", vooral omdat de eerste twee brieven tamelijk wel onopgemerkt zijn gebleven, en de laatste anders geïnterpreteerd werden. Er zijn er, zooals Sivré, Nettesheim, Meerdink, v. Beurden en Luyten, die gepoogd hebben aan den vreemden naam eene verklaring te geven, en hem uitlegden in den zin van Vroede broeders; men zou dien even goed kunnen afleiden van „frohnen" en spreken van Frohnbroeders. Doch dit waren geen gebruikelijke benamingen.

Het blijft overigens een duister punt; en het meest opvallende is, dat de uitdrukking O. li. Vr. Br. maar éénmaal volledig voorkomt, n.1. in den brief van 1499, volgens welken zij mede zitting schijnen te nemen in den „breeden Itsiad".

De eerste maal heeten zij „geswoeren O. L. Vr. Broeder" ; de tweede maal, in 1 527, hooren wij van „geswoeren renthmeisters, Vrouwenbroeder". In de latere bescheiden wordt slechts één persoon vermeld als Vrouwenbroeder, maar altijd samen met de tienmannen, wier hoofd hij blijk baar is. — Nog behelst het „Testament van Willem van Vlodorp (Ao 1492)" te Montfort opgesteld, de volgende bepaling ; 8° Aan de vier orden : de minderbroeders, predikheeren, Augustijnen en O. L. Vrouwe broeders : een Rijnschen gulden. Jaarboek Limb 18, 100.

Ao 1470, 5 September.

Dirk Vosken verkoopt ten overstaan van laten der Voogdij van Roermond buteninop, eene jaarlijksche erfrente van eenen postulaatsgulden, gevestigd op een perceel land, gelegen „buten der Moirckens porten", aan Arnold Neutkens en Peter Kedell, als meesters van de O. L. Vrouwe Broederschap Op ter Porten.2)

1) Inventaris van het Oud Archief der Gemeente Roermond. J. Sivré. cfr. 4e stuk, ie aflev. van blz. 81-132 passim; waar S. minuten geeft van de rentbrieven uit het Register der Broederschap en ed. 1912.

Handelingen v. d. Magistraat van 1596-1796. Roerm. Waterreus 1903.

2) Roerm. Archief, Doos VI no. 88, Enveloppe, thans berustend in Maastricht Rijksarchief. Origineel perkament, zegel verhrin.

Over de Voogdij : zie boven, blz. 116, voetnoot (4) en E. von Oidtmann. — Die Herren von Vlodorp — Zeitschrift des Aachener Gesch. Vereins. Jg. 8. 1863. S. 125. Verder: J. Lijna. De cijnshoven in het graafschap Loon. 70-78. Limburg. Jg. 10. no. 4.