*8 DE MIDDELEN VAN BESTAAN, ENZ.

len, dat al de mosfelen, op zich zelvè , geheel onfeha&JmLmaf dat een klein vergiftig krabbetje 2?ch fomtyds onder de tong van de mosfel verfchuilt, en da men dus, niet door de mosfel, maar door dit krabber? deze benaauwdheid ondergaat; en waarom men ak men de mosfelen kookt, ei" eenen uije bH doet om' aan dezen te ontdekken , of de mosfelen geh d Zl iver ziS

niet ziuvci ]S. Daarbij wordt er op de mosfelmaalriiden altijd eene goede teug brandewijn of jenev^gedS om daardoor de mosfelen te doen vertel^ fchSShS* bij onderzoek, gebleken is, dat de

welke „ooit mosfelen geproefd hebben; echter S dè mosfelen toch gefchikt tot onderhouding van 's mShen leven; zoo als het volgende geval u kan leeren " - ^« matroos, die vele jaren ter zee gevaren had had

fchip te verhezen Alles, wat op en in hetzelve was, werd eene prooi der woedende golven en mne-tnn eene ellendige wijze, daarin zijn |raf vi'nden. —Dan" onze matroos, in dit vreesfelijk gevaar, van den nood

aan°e*n K\het,noemt> ecne deugd makende, wist zich aan e.n Ruk hout zoo vast te binden, dat hij daarmede espen germmen tijd in zee, door wnd 'en baren, vooTtgï ftuwd werd. I\a zeer veel, 0p dit zijn gevaarlijk vaartuig, uitgeftaan te hebben, ontdekte hij land; dan, terwijl de hoop, van zijn leven te zullen behouden zeer levendig in hem was, werd hij op eenmaal v n hèt ftuk

5;PnJ0/gm,kt' zonk' 200 hi3 «"*nde, in de

S ^i2^', en dacht niet meer aan zi'n leven- 's Hemels goedheid had echter voor, hem nog in het leven te behouden dewijl eene golf hem, op dit zelfde öogenbhk op bet ftrand floeg. - Hier lag hij nu als dood,

koe?L T O- T lfet bij Zich zelven> voor dat de koesterende ftralen der al verkwikkende zon hem eenen

rfnnTeVljd,vervvarmd ^dden, en hem, als uit den aood in het leven, terug riepen.

(IrJ^l ,Z\'ne, 00gen opcnde' bemerkte hij, dat de ït.orm SeheeI bedaard was, en dat hij vast land onder zijne voeten had, dus dankte hij den hemel, dat d«e

hem