leerredenen* 101

te worden. Maar, hetzelve heeft ook nog [éèaè andere belangrijke zijde; de Leerrede namelijk is mtgefptoken toer B reeds Emeritus verklaard was, en een eervol ontflag verkregen had. Hier fpreekt de meer danzeventidarige1 grijsaard op eenen toon zijn ambt en zijne onderviiHhng waardig, gelijk esn vader tot zijne kinderen, geSk een johannes in het laatfte van zyn leven. „ Ik „ zeg," dus hooren wij hem, „ alle deze dingen flerhts bh verkorting, omdat ik de aandoenlijke ge" dShte «een oogenblik van mij verwijderen kan, dat " ik nu de laatfte maal tot u fpreek , tri de hoedrtnig" beid van eenen u gewoonlijk bedienenden Leeraar." En wat verder zegt hij : „ Zoo ben ik dan nu aan „ het einde van mijne loopbaan gekomen; m dit ont„ zaggelijk tijddip zal ik mij zclvcn niet prijzen , maar , ootmoedig erkennen, dat ik mijn werk, niet dan on" der vele zwakheden en gebreken volbragt heb. Uit " alleen durf ik zeggen, dat ik mijnen tijd en arbeid ,, het meest bedeed heb, om de H. Schriften met de „ zuiverde waarheidsliefde te onderzoeken, ei de Ge! meente in derzelver waren zin te onderwijzen, bijna „ het geheele O. en N. T. met haar doorwandelende.. De man, die in allen ootmoed zoo fpreken kon, op het einde zijns levens, mag wel de goede en getrouwe Dienstknecht van J. C. genoemd worden. Zyn voorgevoel, dat hij weinig na dit meer werken zou, is al te zeer vervuld, en hij leeft nu in de vreugde van zijnen Heer: hij leeft ook onder ons voort, nadat hij geltorven is, door zijne nuttige Schriften, gewaardeerd en gebruikt van ieder, wien eene zuiiycre eenvoudige_ tot waarheid leidende Uitlegkunde belangrijk is. Li) ïntusfchen, die in iedere Leerrede eene uitgewerkte,, we> fprekende Redevoering verlangen, zullen zich met üe Apostolifthe eenvoudigheid van Vader bosveld niet kunnen vereenigen; maar wij befchouwen dezen imaaK als een ongelukkig misbruik van de verbeterde leer- «i predikwijze in onze Kerk, wanneer men alleen geleien,, verrukking en ftreelend genot, geene echte wijsheid en blijvende (lichting zoekt. Waarom fc» «>i zoo zelden den middelweg vinden en daaröp Wijven. Maar er zijn toch ook beter gezinde hoorders, wien liet om waarheid en kennis en Godzaligheid te doen is: hun zal deze kleine bundel van zwaarwigage Leerredenen welkom zijn, gelijk dezelve eene plaats'verdierft