volks-scheikunde, enz. l6$

haar uitgegevenc, en met zoo veel'welgevallen bij onze Landgenootcn ontvangene, Volks-natuurkunde van den Heer joh. buijs, en zij had het genoegen, van, op de daartoe uitgefehrevene Prijsltof, met eenparigheid van ftemmen, door daartoe opzettelijk, gekozene beoordeelaars, allen in het vak der Scheikunde beroemd, den Gouden Ecreprijs, benevens de Premie van vijf en twintig "ouden dukaten te mogen toewijzen aan den Schrijver van het thans voor ons liggende Werkje, zijnde de Heer martinus nicolaas beets, Chemist en Apotheker te Haarlem. „ . ^

Lang ftond dc Schrijver, zoo als hij ons zelt bengt, in verlegenheid, hoedanig dit Onderwijs in te rigten, ten einde aan het oogmerk der meergenoemde Maatfchappij te voldoen; dan daar derzelver uitdrukkelijke begeerte was, een zoodanig Scheikundig Onderwijs m den fmaak der Volks -natuurkunde van buijs opgei celd te zien, deed zulks hem dan ook niet aarzelen, om hetzelve insgelijks , bij wijze van voorlezingen en gefprekken voor te dragen. Niets kwam hem-, tot dat einde gefchikter voor dan het onderwijs van den Landheer aan zijnen Tuinman, door buijs aangevangen* op eenen gelijken voet te vervolgen, en zijn Scheikundig Onderligt, even als dat der Natuurkunde, in voorlezingen af te deelen, gepaard met zoodanige aanmerkingen en toepasfingen, als dienen kunnen, om het algemeen nuttige en noodzakelijke eener Scheikundige kennis aan tc toonen en te bevestigen, — maar vooral befloot hij, om aan zijn Opftel deze inrigting te geven, daar toch de Volksnatuurkunde alle noodige kundigheden m ziek bevat, welke tot een regt begrip der Scheikunde behooren vooraf te gaan, en het "derhalve ook, in dat opzigt, genoegzaam zoude zijn, den Tuinman te voren gelegde Natuurkundige gronden te herinneren, .waardoor de Schrijver dan ook natuurlijkerwijze zijn Werk zeer bekorten kon. ■

Dit Werkje behoort men dus te befchouwen als een vervolg op dc Volks - natuurkunde van den Heer buijs en is, ten aanzien van vorm en inkleeding, op dezelfde leest gefchoeid en in denzelfden bevattelijk?» volkstrant gefchreven, die de Werkjes der Maatfebappy zoo zeer onderfcheiden; terwijl wij het den verdiepingen Schrijver ten goede duiden, zich, in zijn Werk, onthouden te hebben van al wat men nieuwigheid zou kunnen noeL 3 men»