DROOMEN EN GEDACHTEN OVER DEZELVE. 171

ren over droomcn gedacht en gelchreven is, en hoe vele meeningen uren omtrent deze zaak heeft geuit, zeker is het, dat nog niemand deze duisternis in vol» komen daglicht heeft gefteld, hoewel wij met den Schrijver of Vertaler dezes Werks het mogelijke wel willen vooronderftellen, dat het thans zoo zeer aan de orde van den dag zijnde, en door de ihtmunïendfte Ge* ■eerden naar waarde gefchatte Dierlijk Magnetismus, eenmaal ook over dit ftuk meer helderheid, dan tot hiertoe plaats vond, zal verbreiden en de wetten opfporen, waarnaar de droomen, als eenvoudige natuur-" verfchijnfelen, ontftaan en werken, ten einde de fchadelijke uitwerkfelen, welke de valfche begrippen omtrent dezelve, die vaak des menfehen levenskiem verwoesten , en, de rede onderdrukkende, de heerfchappij eeniglijk aan de verbeeldingskracht verfchalfen, te keer te gaan.

Dit Werkje verdient alle aanprijzing, zoowel uit hoofde van deszelfs aangenamen inhoud, als van wege de korte aanmerkingen, die bij eiken in hetzelve voorkomenden afzonderlijken droom gevoegd zijn, met oogmerk, niet om het bijgeloof te bevorderen, maar om, in tegendeel , aan te wijzen, dat de Schrijver geenszins buiten den kring van het natuurlijke treedt.

Ons dunkt, dat onze Lezers reeds nieuwsgierig zijn te weten , wat zij in dit Werkje over de droomen hebben aan te treffen, en ten einde aan dit hun billijk verlangen te voldoen, willen wij hun den inhoud van hetzelve mededeelen. Het is iri drie Afdeelingen gefplitst. De eerfte behelst eene Verhandeling over de droomen, door villaume. Het doel van dezen beroemden Wijsgeer, wiens Verhandeling alhier op den voorgrond is geplaatst, is alleenlijk aan te toonen, dat men tot hiertoe verkeerde voorllellingen van het ontftaan der droomen had gekoesterd, en geenszins, eene oorfpronkeJijké, nieuwe en onbekende theorie daarvan te geven: en aan dit doel beantwoordt deze Verhandeling zeer wel. De tweede Afdeeling behelst belangrijke droomen, die echter geheel natuurlijk en oyereenkomflig met de wetten van het menfbhelijk denkvermogen en de menfehelijke verbeelding zijn, als : i. Pjychologifche fpeculatie van eenen verliefden, q. Het ijzige tooneel in de Kerk. 3. De ftqmme 'bewoonjlcr des hemels. 4* Het onaangename bezoek, \ De aankondiging des doods. 6. De

Wal-