r/S T. MASTENBROEK,

jen, zoo voor ons zeiven, als voor onze natuurgenooten.

Hoewel onze Lezers reeds met den aard en de fchrijfwijze dezer Verhalen uit het eerite Deel bekend üya% kunnen wij echter niet nalaten, tot troost van ouders , bij het verlies hunner kinderen, de navolgende gevoelens der Schrijffler, op Bladz. 168 voorkomende, hier af te fchrijven, en dan het Versje, op Bladz. 172 voorkomende en op zulk eene fmartelijke omftandigheid toepasfelijk, te laten volgen.

„ Het groot aantal van lieve kinderen, die, bij de

vroegfte ontwikkeling van ligcfeaam en ziel, deze we„ reld verlaten, welke zij nog niet kenden; het gerusts, Hellend geloof, dat zij, in betere oorden geplaatst, „, voor de verleiding en rampen van dit ondermaanfche

beveiligd zijn, moge ons bij dergelijke gebeurtenisfen ,, minder aandoening wekken, dan wanneer een meer

bejaarde onzer vrienden of bekenden den tol der na5, tuur betaalt — voor het weldenkend, lievcnd ouder5, hart is het verlies van een kind, welks voortdurend ,, leven zoo veel vleijende vooruitzigten beloofde, tref* „ fend. Niemand kan befeffen wat zij in dat kind ver3, loren. Het behoorde zoo geheel tot hun geluk; in

elke bezigheid, (in) ieder genot werd hetzelve be-

trokken. De zorgende vader zettede zich zoo ver5, genoegd naast- de lijdende moeder, wanneer het 3, wichtje zich aan hunne zijde bevond. In het fchul„ deloos gefnap, dat anderen misfchien vervelende zou„ den noemen, zien zij met dankbare vreugde, hoe

zich het denkvermogen ontwikkelt. En welke on • ,, vermoeide vlijt wordt (er) niet aangewend, om dit

door eene zorgvuldige opvoeding zoo te leiden, dat

het dienstbaar wordt ter bereiking van de edela s, beftemming huns lievelings! Reeds zien zij in het

verfchiet daarvan de hecrlijkfte vruchten — en de ,, dood treedt tuslchen beide. Geene vaderlijke liefde, 3, geene moederlijke tranen vermogen, zijne zeis (zeis-

fen) af te keeren. Sprakeloos wordt het lieve mondje, 5, dat zoo dikwijls den oudernaam ftamelde, en voor altoos fluiten zich die heldere oogjes, waarin het vuur „, der gezondheid fchitterde."

Ja fmartelijk, diep treffend is voor het ouderhart de ,j dood van een kind! Maar wanneer er dan nog an-

„ d e-