mengelingen door de groninger studenten. l&$

Vindicat atque poi.it. — Mengelingen cloor de _ Gro* ningcr Studenten. Te Groningen, bij J. Röraelingh , 1816. Behalve de Voorrede en het Register, j88 Bladz. In gr. Octavo. De prijs i$~f %:■*4

Deze Mengelingen zijn van onderrcheiden aard, en hebben onderfcheiden' waarde. Sommige van dezelve hebben ons wel bevallen: hiertoe behooren de Zamenfpraa'i tusfchen■ twee vrienden; het Dichtftuk de Nacht, hetwelk eenen goeden aanleg voor de beoefening der Dichtkunst in deszelfs opfteller aantoont, doch. niet genoeg befchaafd en verbeterd is: de Brief aan mijne Medcftudenten, waarin met vernuft en geest, als middel om fortuin te maken, de kunst om zich te infinueren aangeprezen, en de voorflag gedaan wordt, om, op de Hooge Scholen in deze gewigtige kunst, die meer afdoet, dan alle Kunften en Wetenfchappen, geleerdheid en braafheid, onderwijs te doen geven: en, om niet alles te noemen, de Brief van eenen jongen liudent aan eenen vriend, in denwelken het een en ander omtrent de Hooge Scholen, de inrigting van het onderwijs, het dicteren der Heeren Hoogleeraren, enz. dat wel ad notam mag genomen worden, op eenen goeden Saryrieken trant wordt voorgedragen. —. Ons hebben niet bevallen: het fragment, met het bovenfehrift:

cap'.at, auicapere pos fit: graaf otto, Romance;

met de fpreuk: Arnge aures, Pamphile! terentius. 'Welke ook dc aanleidènde oorzaak tot het opftellen van deze Stukjes geweest moge zijn, die wij wel gisfen kunnen; maar over dewelke wij niet oordeelen, behagen ons deze Stukjes niet; omdat ze geen fijn vernuft of geest bezitt n en naar paskwillen gelijken. — Doch wij willen ook de lijst der Stukjes, die ons niet bevallen niet volledig maken, liet is ons genoeg, onzen Lezercn gezegd te hebben, dat deze Mengelingen van ongelijke waarde zijn: en wij hopen, dat dit een wenk voor de Uitgevers zal wezen, om vervolgens enkel goede voortbrei gleis van vernuft en fmaak in hunne 'Mcnreli,' - :jj 1.:" te nemen.

"Iets intusichcu, dit kunnen wij niet verzwijgen, heeft M 5 0?1S