BE VRUCHTELOOSHEID DER AANVALLEN, ENZ. fiOI

tsfe, unde merito ftercoria fedes vocatur. Baec quae dixi, vulgo feruntur, incertis tarnen et obfcuris autoribus; quae ideo ponere breviter et nude inftitui, ne obftinaie nimium et pertinacitcr omifisfe videar , quae [NB.] ferc omnes affirmant: erremus etiam nos hac in re cum vulgo, quanquam appareat, quae dixi ex his esfe, quae fteri posfe creduntur" —

Het was dus ten tijde van platina eene bijna algemeen geloofde zaak, dat eene vrouw, onder den naam van johannes VIII, den Paufelijken Zetel vervuld heeft, en, in ontucht zwanger geworden, op den weg naar het Lateraansch Paleis bevallen en geftorven en zonder eenige eer begraven is. Er waren er toen, die fchreven, dat de Paus, om zijnen afkeer van dit fnoode ftuk te betooncn, dien weg met opzet vermijdt; en dat om eene dergelijke dwaling voor te komen, de Paus, als men hem het eerst op den Stoel van petrus , tot dat einde van een gat voorzien, plaatst, door den laatften Diaken ondertast wordt. Het eerfte wil platina niet ontkennen; maar omtrent het tweede is hij van gevoelen , dat die floel te dien einde gefchikt is, opdat hij, die in zulk een eerambt gefield wordt, wete, dat hij geen God maar een mensch, en aan de noodzakelijke behoeften der natuur, als van uit te moeten werpen, onderworpen is, waarom het ook met regt een kakftoel wordt genaamd. — Doch genoeg. — Hieruit zal dan wel voldoende blijken, dat het geene Proteftanten zijn, die dit fprookje verzonnen hebben, en er zich over zouden behoeven te fchamen. —- Wist dan ten broek hier niets van? — Het is mogelijk; maar dan zou hij zoo niet moeten fchrijven. — VVist cramer hier niets van? — maar hij is Aartspriester; en deze behoort toch zoo onkundig niet te zijn: althans als hij de zaken niet goed wist, dan had hij dit zoo niet moeten goedkeuren : kortom , die Heeren hebben hier weder hunne onkunde getoond, of niet ter goeder trouw gehandeld. —

En nu betreffende het befluit hetwelk zij afleiden uit de Hechte zeden der Paufen en verdere Geestelijken, voor zoo ver zij die niet loochenen kunnen; ten broek wil het doen voorkomen, dat de ondeugd der Paufen veeleer bewijzen zijn voor, dan tegen den Roomfchen Godsdienst; en zoekt dat kunftig met drogredenen te bewijzen. Wat ons betreft, gaarne erkennen *vjj, dat het Christendom op goede gronden gebouwd N 5 moet