204

H' SOONLE,

Verdediging tegen eene (zoogenaamde) Recenfie, op eenige Vrijmoedige Aanmerkingen over den inhoud van het Werkje, getiteld: Onderwijs in den Christelijken Godsdienst voor de Jeugd, door j, w. statius muller , enz. Voorkomende in het Letterkundig Magazijn van Wetenfchap, Kunst en Smaak, voor het jaar 1B16, N°. VIII. door m. soonle. Te Amfierdam, bij J. Ruyfendaal. 96 Bladz. In Octavo. Bi prijs is ƒ : - 8 - :

\

In onze Recenfie hebben wij de hoofdzaken van de Redevoering van werenfels over den regten ijver eenes Godgeleerden kortelijfc opgegeven, deels om den Heer soonle , zoo mogelijk, eenigermaüe tot nadenken té brengen over den oorfprong den aard, de (trekking en de gevolgen van zijnen Qzoogehaaniden) Godsdienstijver; en deels om naar ons vermogen iets daartoe te doen, dat, door het aanblazen van onverltandigen ijver, de verwarring en de twist onder Christenen niet grooter worden. Het fpijt ons dus van den Heer soonle, dat onze Recenlie geene andere en betere uitwerking bij hem gehad heeft, dan dat hij, boos geworden, zulk een Boekje tegen ons is gaan fchrijven.

Wij willen dit Gefchrift niet beoordeelen, omdat het te^en ons gerigt is, en wij het oordeel gerust aan eiken oubevooroordeelden en eenigzins kundigen Lezer overlaten : en even min willen wij het wederleggen ; omdat wij dit voor onze eer niet noodig rekenen, en niet hopen durven, dat wij den Heer soonle tot meerdere redelijkheid, bezadigdheid en zachtmoedigheid zullen kunnen (temmen.

Alleen daar hij Bladz. 8 zegt, dat wij iets hebben gefchreven, dat voor de Luterfche Kerk in het algemeen, en voor die Godvruchtige Vaderen, door welke het Concordie boek ingevoerd is, vernederend zoude zijn, kunnen wij er het zwijgen niet geheel toe doen.

Wij betuigen onze meeste hoogachting voor de Lu- terfiche Kerk; en het zoude ons fpijten, iets gefchreven

te