£46 H. W. LE SAGE TEN BROEK,

Christenen: en gelijk wij verpligt zijn de Burgerlijke wet te gehoorzamen, zoo hebben wij ook het regt, eene Hoogere Wet nevens en boven dezelve te eerbiedigen; en het ftaat ons zeer zeker vrij, het Burgerlijk Verdrag, overeenkomftig de Burgerlijke Wet voor de Overheid aangegaan, nader als Christenen volgens de Goddelijke Wet voor de Christelijke Gemeente te bevestigen; en dus eigenlijk als Christenen over te trouwen. Bij de Roomfchen is het Huwelijk een Sacrament: wie nu zal hun, nadat zij als Burgers aan de Burgerlijke Wet voldaan hebben, het regt betwisten,

om van dit hun Sacrament gebruik te maken ? En

waarom zouden wij Proteltanteii dan minder het regt hebben, om, naar het aangaan van ons Burgerlijk Contract voor de Overheid, als Christenen voor de Christelijke Gemeente, ons Huwelijk nader te bevestigen? —r ■ En dit is noch overtollig, noch eene ingewikkelde pefchuldiging, dat bet Huwelijk voor de Overheid aangegaan niet wettig zijn of niet wel zou verrigt worden. — Her is de bevestiging van een nader en fterker verdrag, volgens eene hoogere en veel meer vorderende Wet. — Het Huwelijk, als een Burgerlijk verdrag voor de Overheid aangegaan , is buiten allen twijfel vettig i want al wat overeenkomftig de wet gefchiedt, is wettig; de echtgenooten hebben dan ook hunne regten en pligten bij de Wet bepaald en zijn ftrafwaardig, wanneer 2u die overtreden. — De getrouwde vrouw kan dus volgens de Wet de echtfeheiding vorderen, wanneer haar man in het gemecnfchappelijke huis nevens baar eene bijzit houdt? — (Art. 230 van het Wetboek.) Maar mag dan de man elders bijzitten houden, en wat moet de vrouw doen, wanneer hij dezelve elders houdt of allerlei hoererij pleegt? — {Ne de nefando Crimine loqua7nnrf) ]s het dan nu overtollig, dat men het Huwelijk nader bevestigt overeenkomftig de Wet van het Evangelie, die het houden van bijzitten ook buiten 's huis verbiedt en die dit, en zelfs het aanzien eener vrouw om haar te begeeren voor overfpel verklaart en dat de Echtelingen piegtig voor god en de Gemeente zich nader verbinden, om niet flechrs naar de Burgerlijke Wet, maar naar de hoogere en verder ftrekkende 'Wet van god, en naar uitwijzen van hei heilig Evangelie, zich in hët Huwelijk te zullen gedragen. -—- Bij de Romeinen had een man het regt, om, kinderen genoeg bij