roomsch - katholijke kerk gehandhaafd, 25J

gewezen bij tablonski, Mist, CArist., QSeculi XVIII. ■JSect. V. § '..)

Wij hebben dit kortelijk aangewezen, om te doen zien, dat scholten en anderen de waarheid gezegd hebben; om den ongenoemden Schrijver en anderen van zijn flag, zoo dit mogelijk ware, te leeren, dat zij eerst wat beter de zaken onderzoeken moeten, eer zij zoo ftout de grootfte Gefchiedkundige daadzaken tegenfpreken; en eindelijk om dezen Schrijver, ten broek en anderen in een (taaltje aan te toonen, dat het hun weinig voegt den Proteftanten derzelver verfchillen te verwijten, en daarbij zoo van de éénheid in hunne Kerk te zweden, .

Hoe weinig de man van Uitlegkunde weet., blijkt uit hetgeen, dat hij over het Huwelijk fchrijft. Niettegenftaande hij, Bladz. 72, matth. XIX: 9 heeft aangehaald: zoo •wie van zijne vrouw feheidt, anders dan om overspel , en eene andere trouwt, die doet overfpel; fchrijft hij echter Bladz. 73. „ DeN geneN dus, die zijne „ vrouw, AL IS HET OOK OM OVERSPEL, ver„ laat, door het trouwen van eene andere vrouw; omdat „ deN band des Huwelijks door God gelegd (d), vol„ gens de woorden van Jezus onverbreekbaar is." — Veel beter wist het erasmus , die in zijne Aanteekeningen op het N. T. over 1 Cor. VII wel verdient nagelezen te worden. Hoe is het mogelijk, zoude men zeggen , dat, terwijl reeds die grondig geleerde man zoo redelijk en Christelijk fchreef, er nu nog in ons laud zulk eene dwaasheid vastgehouden wordt, in eencn tijd, waarin vooral Duitschland onder de Leeraars en Hoogleeraars der Roomfche Kerk, zulke goede Uitleggers der H. Schrift tellen kan.

's Mans onervarenheid in de uitlegging der II. S. blijkt niet. minder in hetgene, wat hij over den Doop fchrijft. Ai de plaatfen, die van den Doop handelen, tot de volwas/enen betrekkelijk gemaakt hebbende, op eene wijze, dat wij niet weten, hoe hij den Kinderdoop tegen de Doopsgezinden kan handhaven, beroept hij zich, om de volftrekte noodzakelijkheid van den Doop ter zaligheid ook voor kinderen te bewijzen, op joh. III; 5. Waar hij zegt, dat jezus die volftrekte noodzakelijkheid van den Doop ter zaligheid zonder ecnige uitzondering zou geleerd hebben, Bladz. 14. — Hoe die

man >