274 levvis en clarke ,

gefchreven, ia zeer belangrijk, en, fchoon de fchrijfwijzc aangenamer en onderhoudender kon geweest zijn", verdient zij de lezing van iedereen'. Wij wenfehen dezelve vele lezers toe, en wij verzekeren dezelven ,.dat zij zich de moeite, van dit Werk met aandacht te doorbladeren, geenszins zullen beklagen. Wij zien met verlangen de twee volgende Deelen, waarmede dit Werk kompleet zal zijn, te gemoete, terwijl wij den kondigen Vertaler alle aanmoediging en lust, ter volbrenging zijner taak, 'tocwenfehen.

Wij oordcelen onzen Lezeren geenen ondienst te doen, met voor hen de Natuurlijke Historie van den Amerikaanfchen witten Beer af te fchrijven, zoo als dezelve voorkomt Bladz, 281 :

„ Kapt. lewis, die met eenen jager aan wal was,

ontmoette omdreeks acht uren twee witte beeren.

Van de kracht en woestheid van dit dier hadden de a, Indianen ons vreesfelijke befchrjjvingen gegeven. Zij 9, tasten dezelve nooit aan dan -in troepen van zes of 3, acht perfonen, en worden zelfs dan nog dikwerf met „ verlies van een of meer van dit getal afgeflagen. Daar 9, zij geene andere wapenen hebben dan boogen, pijlen , «, en de Hechte geweren met welke de jagers hen voor'

zien, zoo moeten zij zeer digt tot den beer naderen; „ en zijn bij een fchot in het grootde levensgevaar, 3, daar geene wond doodelijk is, dan door het hoofd „ of het hart. De beer valt op zijn' man aan, liever

dan dien te ontwijken, en zoo groot is de fchrik „ dien hij inboezemt, dat de Indianen die op de ja'gV(t)

tegen hem uitgaan, zich zelve befchilderen, en alle ,, de bijgeloovige plegtigheden volbrengen:, die bij eenen „ oorlog _ gebruikelijk zijn. Tot hiertoe hadden wij in }, deze dieren geen' bijzonderen lust befpturd, om ons „ te ontmoeten; maar fchoon het gevaar voor een' be„ kwamen fcherpfchutter veel minder is , dan voor de „ Indianen, blijft nogtans de witte beer altijd een vrces„ fel ijk dier. Bij de nadering tot deze twee brandden „ Kapt. lewis en de jager te gelijk los, en ieder „ kwetde een' beer; de een ontfnapte, maar de ander i, keerde zich om naar den Kapitein , en vervolgde hem „ zeventig of tachtig roeden verre; doch zwaar ge„ kwetst zijnde, kon hij niet fnel genoeg loopen, om , Kapt. lewis te beletten, andermaal te laden en op a, hem af te fchieten, en door een derde ichot van den

» ja-