S?®- EEN WOORD IN PROZA, ENZ.

dezelve, en doet allerlei uitvallen op derzelver Dichter welken hij meent te kennen; maar welken de Rec., bij de beoordeeling der twee Woorden in Dichtmaat, Volftrekt niet gekend heeft, hoewel hij nu ook vermoedt, wie dezelve zij. Op hetgeen, wat in'dit Prulfchrifr tegen ons oordeel over gem. Dichtwoorden gezegd wordt, achten wij het beneden ons, zulk eenen Prtdfchrijver te

antwoorden. Alken moeten wij ter handhaving van

onze eer, en van de eer onzes Maandwerks iets zeggen op eene Aanteekening van geysbeek en comp. Bladz. 15 te vinden, van den volgenden inhoud: „ De door',, Schrandere, welligt met Eiloof omkranste Recenfcnt, ,, in het Magazijn van van dijk, ftelt insgelijks eenige ,,, verweerfch riften van Prote ianten, ten voordeele der -s, Roomscbgeziiukn in het licht gegeven, op rekening

4, der Jczuiten, (zie N°. XVI. Bladz. 730 en 731;; .,, ondertusfchcn ■ kunnen wij al weder — bewijzen,

dat er zelfs Roomfche Stukjes gefchreven zijn en „ nog worden door een' Hervormd'' arbeider op de 3, van Dijkfche Recenfiefabriek; nog meer, het bij ons „ uitgegeven Werkje van de foere , over de Ónver„ draagzaamheid (zoo vreeslijk geroskamd in het be,4 wuste Magazijn voor 1817, N°. I.) is door een ^Hervormd' wachter op Zions muren, voor goede „ betaling, uit het Fransch vertaald. De arme Jezuiten

5, hebben dus minder deel aan de bedoelde Gefch riften dan derzelver effective Schrijvers werkelijk hebben, althans in 1816 gehad hebben, aan het'voorn. Ma-

5, gazijn."

Hierop antwoorden wij kortelijk:

1. ) Over den Eiloof krans en de uigeloofde 50 Dukaten van geysbeek hebben wij het onze reeds te voren gezegd: en wij laten het oordeel over deze zaken waarmede G. bij herhaling op nieuw voor den dag komt, gerustelijk aan alle verdandigen over.

2. ) Het is mogelijk, dat fummige Roomfche Stukjes 4oor zoogenoemde Proteftanten gefchreven zijn: wij «rkennen, dat er een, twee of drie menfchen'kunnen Zijn, zoo zedeloos, dat zij, om eenig geld te winnen , alles fchrijven en drukken, waarmede maar iets te winnen valt; en die er vermaak in vinden, wanneer zij bet verderfelijkde twistvuur kunnen aan den brand hou.dcn ; en zelfs willen wij wel gelooven, dat geysbeek ïüïm zoogenoemde Proteihuiten wel kent.

3.; Er