S5S H. W. C. A. VISSER,

lijke natuur naar hare ontwikkeling en volmaking maakt dezelve tot den hoogden pligc van iederen-menscii en van iederen regent. Ik zag, en zie daarin het eenig toereikend en voldoend middel, ter vestiging van vrede, weivaart en volksgeluk. Ik heb daarom'aanhoudend' onder hef en leed, 'met'gemoedelijken ernst gezocht1, dezelve in mijnen kring te bevorderen. Vele.: jaren verliepen er, waarin, mijns inziens, veel fpreken en fchrijven meer hinderde, dan nutte. De ervaring deed mij zien, dat de, jaren lang, door de fchranderfle en welwiilendfte mannen, beproefde .denkbeelden, zoodra dezelve te voorfchijn gebragt waren, ftoutelijk met hoon en verachting, verworpen werden van hen, die of onVèrfchilhg waren omtrent de veredeling van den mensch, of op wezenlijk volks en regenten; belang nimmer nage• dacht hadden, of bij de domheid des volks verkeerdelijk meenden hunne: rekening 'te vinden. In dien tijd was het 'welligt verkieslijker het ware en goede, zonder daarover openlijk te .fpreken,, bedaardelijk" en ftandvastiote bevorderen. In ófo.oogénblik fchijnt mij dit het get val niet meer te zijn.. De verbeteringen in de opvoedingen het onderwijs des volks, dragen reeds, op vele plaatfen. zoodanige vruchten, welke den twijfelaar overtuigen , en den tegenfpreker tot ftilzwijgen kunnen brengen. Een edel en alom bemind Koning huldigt, met kalme bedaardheid. en ernst, deze pogingen, en vindt, in de wezenlijke veredeling des volks,' den meest duurzamen tteuu der troonen en der maatfehappelu'ke welvaart. Dit gevoelen des edelen Voilten vermindert den tegenftand', en vervult de tegen(trcvcrs -met.eerbied voor, tot dus ver zoo dikwerf, weerfnrokene begrippen. In dezen toeftand van zaken, acht 'ik het de pligt van elleen mensch, welke tot de opvoeding des volks in eenige betrekking (laat, het zijne bij te dragen tot fchifting en zuivering van ter banc gebragre begrippen, en-ter vaststelling van liet grondbegrip Van volksopvoeding en onderwijs. Hoe meer, in dezen tijd, onze begrippen nader 'gewijzigd worden; hoe meer de hooge noodzakelijkheid van de verbetering en volmaking van de volksopvoeding ea het onderwijs, uit den aanleg der menfcfoelijke natuur en de belangen der roaiatfchappelijkc ver-, eenigjng, wordt aangewezen, hoe meer men ook moge verwachten het gelukkig Hagen der aangewende pogingen, onder begunftiging van onzen edelen Vorst. Hoe

ui eer