e. w. v. d. , eerstelingen". 367

'het gebruik van eenige Adverbia en Conjunctiones, en, eindelijk, Iets over de beteekenh der woorden op zich zeiven.

Nog bij voortduring blijft de Heer swaan van de algemeen aangenomene {peiling onzer moedertaal afwijken, waarvan het voor ons liggende Werkje weder de doorilaandfte blijken oplevert.

ttrfieUngen, van E. W. v. D. Te Utrecht, bij J. van Schoonhoven, i8ïö. 79 Bladz. In gr. Octavo. De prijs is f 1 - 4 - :

On commence par le commencttnent, zegt de geestige pigault- lebrun ergens; niets natuurlijker dan dat de Dichter zijne loopbaan begint met Eerftelingen. Maar wat zijn toch, om de liefde, Eerftelingen, in wat vak van oefening of bedrijf men verkiest? Ik zou niet gaarne mijne kin en keel wagen aan de Eerftelingen van een' barbier, vooral niet wanneer hij mij zeide, zoo als de jonge Dichter E. W. v. D. in zijn Voorberigt doet: dat bij, ontbloot van hulp en raad', misfehien een gewaagden ftap ging doen. Gelukkig echter is het met het uitgeven van Gedichten kin- noch keelwerk; maar dat Wij eigenlijk bedoelen is dit, dat de eerfte proeven, de Eerftelingen van een' Dichter en een' barbier, die op geen goeden' winkel gewerkt hebben, daarin overeenkomen, dat ze beiden gebrekkig moeten zijn.

Met eerfte proeven "in handwerken en kunften, wier beoefening tot levensonderhoud ftrekt of bijdraagt, kan het verfchoonlijk worden, voor den dag te komen, wanneer de omftandigheden van den proeveling daardoor eenigermate.kunnen verbeterd worden, of, in den dagelijkfchen fpreekftijl, dat hij er een' duit meê verdienen kan. Maar wat toch is er met het Verzen maken, vooral met het maken van Nederduitfche Verzen, en dan nog met Eerftelingen in die taal, te verdienen? Nu, dit zal ook wel het oogmerk van den Dichter niet geweest zijn, en al ware het. dit geweest, zou zijn Uitgever hem daarvan wel terug gebragt hebben. Kan