GËOGRAPHISCHE OEFENINGEN. 35t

landen, gewoonliik Opper• Etlopie geheeten. De 3811e eri "ofte les behelzen de befchrijving van Amerika ra hetJ algemeen en bijzonder de eerfte van de NoordAtrterikaanfche landen Oud- Mexico f Nieuw - Spanje ; Nieuw-Mexico met Albion en Laliporme; Louiziana; Florida • de Vercenigde Staten ; Nieuw - Schotland; Ncwfoundland: Canada; Labrador of Nieuw- Br-etagne met Nieuw Walles; Groenland; — en de tweede of aofte les, de Zuid-Amerikaanfche landen: het Onderkoningrijk Nieuw-Granada; het Onder-koningrijk Peru; het Onder-koningrijk Rio de la Plata; Pat agonie of het land van Magellaan; Brazilië; Guiana; IVestIndie en verdere eilanden. De 4ofte of laatfte les bepaalt zich tot Aujlralie en befchrijft daarvan Nieuwïiolland; Nieuw-Guinea; Nieuw Brittannie; NieuwIerland en Nieuw- Hanover; Nieuw Caledonie; NieuwZeeland; Nieuw -Hebrides; de Vriendjchaps-eilanden; de Societeits eilanden; de Sandwichs eilanden. Het Naberigt behelst de onder het afdrukken der laatfte bladen door den Oostenrijkfchen Keizer, bij decreet van 3 Aug. 1816 gemaakte, llaatsveranderingen der Provin. den, onder de benaming van Illyrie bekend.

De vragen, achter elke dezer lesfen gevoegd, zijn onzes inziens overtollig, zijnde daardoor het Werkje zelf noodeloos uitgedijd ,• en dus ook in prijs , die ons wat hoog voorkomt, gellegen. De Kaartjes Zijll netjes en naauwkeurig. Met de aanmerkingen, die andere bevoegde beoordeelaars (Zie de Nieuwe Bijdragen ter bevordering van het Onderwijs en de Opvoeding, enz. voor Januarij 1817.) en welke wij hier ook nog wel met eenige minde* belangrijke zouden kunnen vermeerderen; vereenigen wij ons, "insgelijks vertrouwende, dat bij' eenen herdruk de noodige veranderingen en verbeteringen door den Schrijver zullen gemaakt worden.

Wij wenschten gaarne iets tot een proefje van de wijze der behandeling voor onze Lezers over te nemen; doch ons bellek gedoogt zulks niet — genoeg: alles is in eene geleidelijke orde behandeld en van ieder land worden, zoo veel mogelijk, de. grenzen en grootte, de luchtsgèpJéldheid; de gefteldhéid. van den grond en yoortbrengfelen; de wateren; de bergen en kapen; het getal en karakter der inwoners; hun Godsdienst en regeringsvorm; de yerdeeling des lands; de voornaatnj'te [leden; de eilanden, enz. opgegeven.