leerredenen. 399

maal, en door den Eerw. verweij, gelijk wij reed» hebben te kennen gegeven, uit ond'erfcheidene Bundels van zijne nog onvertaalde Leerredenen bijéén verzameld. — Volgens het Voorberigt van den Vertaler heeft hij gezocht de zoodanige in onze taal te leveren, als naar den geest der tijden meest berekend, en ook voor ons Vaderland gefchikt waren. — Wij vinden er tien in getal : I. Over het verzuim en misbruik Van het H. Avondmaal, II. Hoe de bedorven geest der tijden moet opwekken tot het onderhouden der waardige Avondmaalsviering. III. Over de wijze van Avondmaalvieren volgens die gevoelens, waarmede jezus hetzelve gejücht heeft. IV. Hoe het Avondmaal ons eerwaardig zijn moet, omdat het een middel is, onze gedachten godsdienfiig bijeen te zamelen. V. Het Avondmaal desHeeren eene krachtige herinnering van het ware oogmerk van ons leven. VI. Het Avondmaal des Heeren eene krachtige opwekking onzer hoogere natuur. VII. De waardige viering des Avondmaals is eene bron der edel/te genoegens. VIII. Over de verkwikking, welkt het Avondmaal des Heeren onder het gevoel van aardfchen nood bezorgt. IX. Over de verbindtenisfen, waarin wij ons, bij de Avondmaalsviering geplaatst, bejehouwen. X. De waardige Avondmaalsviering is eene doelmatige herinnering Van onzen dood. —

Wij behoeven niet te zeggen, dat al deze onderwerpen op de keurigfle wijze worden behandeld. — AL leen fpijt het ons, dat wij weinig goeds zeggen kunnen

omtrent de vertaling. Daar wij niet al de oor-

1'pronkelijke Leerredenen van reinhard hebben, zoo zijn wij ook niet in de gelegenheid geweest, om deze alle met de oorlpronkelijke te vergelijken — doch de proeve, die wij hebben kunnen nemen, is waarlijk niet zeer gelukkig uitgevallen — althans de Vilde is onvergeeflijk flordig vertaald, en hier en daar door de vertaling volkomen bedorven. — Wij herhalen het, het fpijt ons, die anders voor den Heer verweij zeer veel achting koesteren, dit te moeten zeggen; doch hij zelf en de Lezer oordeelen — b. v. Bladz. 154-, in de ontwikkeling van het eerfte door reinhard opgegevene ftuk ter ontwikkeling van het voorgeftelde thema, dat de waardige viering van het Avondmaal des tl eer en eene bron zij der edelfte genoegens; namelijk dat dezelve ons den Middelaar in zijne aandoenlijke grootheid

aan-