44<5 J' H. JÜNG, genaamö stilling , brieven, enz.

„ feilbare, alleen zaligmakende," eenige algemeen ons, derwijzende Kerk is, letterlijk naar de voorfchriften, ,, die de Roomfche Stoel door de Monniken en Kloostergeestelijken overal gezocht heeft uit te breiden ,} en in de Kerk te doen gelden, en, helaas! ook „ geldend gemaakt heeft," en hij verzoekt, dat mn zijn antwoord op eenige brieven van sulzer toch niet voor eene wederlegging van het hedendaagfche gezuiverde Katholicismus, maar van den Monniken- en Klooster - Godsdienst, door sulzer verdedigd, houden zal: en hierbij voegt hij een ernftig woord over de Neologie onder de Protelianten, hetwelk wel behartigd mag worden.

De 4 antwoorden op sulzers Brieven, in dit Stukje voorkomende zijn:

1. Antw. op den eerften Brief, handelende over de Chris lelijke Broederfchap en over den algemeenen inhoud der leer van J. C. Bladz. ï—8.

2. Antw. op den tweeden Brief, handelende over de aanleiding, het oogmerk en de vertraging des fchrijvers der aan mij gerigte Brieven. Bladz. 9—-u.

3. Antw. op den derden Brief, waarin de lieer sul» zer zijne onderneming verdedigt. Bladz. 12—15.

4. Antw. op den vierden Brief, waarin door den lieer sulzer gehandeld wordt over de wijze van be /lier, op welke de leer van J. aan de menfeheu op aarde behoorde te worden medegedeeld. Bladz. 16—62.

In deze antwoorden komen veel belangrijke zaken voor: b. v. dat de algemeene Christelijke Kerk niet het Roomfche Kerkgenootfchap, maar de onder alle Kerkgc'lootfchappcn verjlrooicle Gemeente des Heer en is: met kennis van zaken wederlegt hij de aanmatigingen der R. K., en hij verdedigt de waarheid in de liefde: daarbij is de ffljl en Ichrijfwijze fchoon en krachtig, en alles ademt Christelijke Godsvrucht, doch dit behoeven wij niet aan te toonen, daar het een gefchrift van stilling is.

Wij verheugen ons over de uitgave dezer Brieven in onze taal; omdat men ook onder ons den ouden Roomfchen Monniken- en Klooster - Godsdienst door eenen ten broek en eenen wel>pelman weder wil voortplanten: uit de Voorrede hebben wij zooveel overgenomen; omdat het daar gefchrevene ook onze gezindheid