h. de haan hugenholtz, psalm XLII, enz. 533

Pfalm XLII met eene Leerrede over Galat. VI: 14, door h de haan hugenholtz , Predikant te Amfterdam. Tc Amfterdam, bij J. Brandt en Zoon, 1816. Met de Voorrede en Aanfpraak aan de Gemeente van Amfterdam, 158 Bladz. In gr. Octavo. De prijs is f 1 - • • '•

In alles, wat ons hier wordt aangeboden, vinden wij de Godvruchtige taal des harten van eenen, met zijnen vereerenden post van Evangelie-dienaar te zijn, zoo billijk ingenomenen en reeds bejaarden Leeraar. in de aanfpraak aan de Amfterdamfche Hervormde Gemeente hooren wij den, over de redding, die god aan het Vaderland gefebonken heeft, hartelijk verheugden, en met het ware belang zijner Gemeente hoogst ingenomen man (preken. In de verklaring van den paften Pfalm draalt, over het geheel, gezond verftand en beknoptheid, in de opgave van den, naar zijn licht, eige. nen zin van den tekst, door; terwijl de regt Eerwaardige D. H. H. vele nuttige onderrigtmgen, vermanmo-en en vertroostingen uit de, door hem, be'^"delalc Hof weet af te leiden en op te zamelen. Waarlijk ook' hier zien wij de verbeterde wijze van uitleggen en keren, in vergelijking van vroegere jaren, wanneer men, vooral bij het verklaren van den «aften P(a m "00 veel fraais wist te zeggen, en van alles alles te

De vijf en twintig-jarige Leerrede van den Eerw. Schrijver hebben wij met genoegen gelezen. Bijzonder beviel ons in dezelve 's mans ilerke en billijke ingenomenheid met de leere des kruifes, of van onze genadige verzoening met god , door het bitter lijden en fterven van den eenigen Heiland en Zaligmaker jezus christus. Minder evenwel behaagde ons zijne aanmeiKing op Bladz. 89, dat namelijk david den grooten lUiaaelaar uit de Goddelijke Openbaring kende; en int de of eren en andere plegtigheden van den Godsdienst geleerd had, hoe er , op grond van Mesftas borggeregitghid, tij den HeU vergeving is, opdat Ht! gevreesd worde Dat daviö bekend was met de beioften aan-