59 8 A. SÏMONS,

een Gedicht van eenige weinige coupletten Vereischt wordt; er moeten noodwendig plaatfen in voorkomen waar men zelfs opzettelijk door het inkorten of verwit deren yan rustpunten, het vereenvoudigen fomtijds der ™ ,S,4bet doen door'oopen van de zinihede in eenen volgenden regel en wat dies meer zij, eene noodzakelijke verfcheidenheid moet te weeg 'brengen, die treffende plaatfen afwisfelt en weêr andere voorbèreidt; n aar daarmede mag nooit gepaard gaan eene moeyehjke woordvoeging, eene zekere ftroefheid en hardheid, die altijd of gebrek aan fmaak of eene te groote overhaasting in de bewerking verraadt. De Heer simons die bij zijne praktifche bekwaamheid tevens de theorie der_ kunst bezit, weet dit zelf zeer goed; en het is dus in geenen deele om hem te leeren, dat wii deze bedenkingen op het papier brengen, maar veeleer om minder ervaren Dichters de klippen aan te wazen

wT" f\ ^ h"nne ZCilt°Sten °P de kunstze T"p hunne hoede behooien t.e zijn. p

. Wat het Dichtftuk, wat de ftoffe zelve aangaat, deze is zeer gelukkig gekozen, goed verdeeld en wel volgehouden. Wij willen echter niet ontveinzen, dat de titel van alexander ons voorkomt niet voor het Werk te paslen Het is wel waar dat wij hier bezongen vinden den veldtogt in Rusland, welks ongunftigen afloop voor den aanvalleren meerendeels moer worden toegeschreven aan de magt de dapperheid en volharding van den eerbiedwaardigen Keizer van dat magtige Rijk; .naar wie, die een boek in handen neemt, getiteld alexander, zou met denken, zou geen regt hebben te ver, wachten, dat men daarin eene karakterschets. benevens den levensloop van den Held zou aantreffen? en hier nogtans vinden wij hem afgemaald als het hoofd der Dapperen, die het grootfie gedeelte van het Franfche eger vernield hebben. Gaarne flemmen wij in met alle lofzangen ter eere van den voortreffelijken alexander; gaarne erkennen wij, dat hij het was, die de magt der Franfchen op de geduchtfte wijze fnuikte, en dat zonder hem , Rusland verloren en Europa freeds dieper in iTiïL™ weggezonken zijn; maar ook

wy weten, welk deel andere Vorften en volken naderhand m den heiligen ftrijd tegen Frankriik, of liever, teben napoléon en zijnen aanhang genomen hebben, ca noe veel bloed er nog in Duitschland en op Fraa.

fchen