het werk des heeren onzes konings. 691-

zonderlinge lichten of dwaalfterren te gelijker tijd oplevert, en al evenmin omdat ze, wat de Typographifche uitvoering aangaat, er nagenoeg even armzalig uitzien; maar omdat hartman ook in profetiën doet, en er dus tusfchen deze twee wonderlijke wezens, als tijden fladgenooten, omtrent in dezelfde artikelen handelende, eene zekere -affiniteit beftaat, die regtvaardiglijk in het oog moet gehouden worden.

Onze Lezer weet misfchien, even zoo min als wij, wie deze hartman is; en misfchien, waarde Lezer! dat wij hierover blozen moeten, vermits paulus hem, hartman vóór jaar en dag, eer hij nog beftond, gekend, en hem met name genoemd heeft, offchoon naar de wijze onzer Zeeuwfche medemenfchen, met verzwij-. ging van de H.

Om den titel te bekorten, hebben wij verfcheiden belangrijke bijzonderheden moeten achterlaten; een gedeelte derzelve mogen wij echter niet verzwijgen, omdat wij verpligt zijn den titel of de qualificatie van den Auteur te doen kennen, die, volgens het titelblad, daarin beftaat, dat hij j. h. c. hartman w den Heiligen Evangelium is benoemd, om het werk des Heeren te doen gelijkapolium gedaan heeft die van alle Secte Leeraars gehouden word, voor een Booze Geest, voor wien ik hier antwoord geve. Hand. ig vs. 15. N. B.! Dit curfief gedrukte, is letterlijk en punctueel van den titel overgenomen. Geheel het Boek is , wat ftijl, (peiling en punctuatie aangaat, van hetzelfde allooi. Op elke bladzijde leest men, Jefom Christom , Napolium, Migael (voor michael) , Morrat (voor murat) 4 vatekaanfche blikfems of andere dergelijke verkeerd gefpelde woorden. En ware dit het ergfte wat te zeggen valt van dit Bbek, waarin de geestelijke onzin vaii frans ealtesz herboren fchijnt!

Wij hebben te vergeefs onzen geest op de pijnbank gebragt om geheel dit Boek te doorlezen, en, zoo mogelijk, eenig verltandig oogmerk, eenige bevattelijke (telling, eenig verband te ontdekken. Het is een mengelmoes van allerlei dwaasheden, die uit geene andere dan kranke herfenen kunnen zijn voortgekomen. Zie hier eenige Haaltjes:

M Onze Koning is (Voorrede Bladz. 3.) volgens het Evangelie van Matth. en de Openbar. Jezus Christus, en volgens ons Priesterdom Abrahams Haak."

Xx a „ De