constantijn van falkemade.

719

stantijn en Mevrouw van falkemade. Een tref end voorval. Eene zonderlinge vrijerij. jje Wachtmeester,, ransff.ld en maria treden in het huwelijk. Dago bert en leonora. Blijde lotverwisfelingen na het

door/taan van groote rampen. Eene zeer treffende

teleurftelling. VValkook en elmire. De ongelukkige, toe/land, waarin elmire zich bevindt. Vele volken der aarde werden weleer door dieren uit hunne woonplaatfen verdreven. Dagobert en leonora. Een vertrouwelijk gefprek tusfehen constantijn en zijne echtgenoote. De twee goedhartige en gulhartige vaders. De Zee-officier elbenstroom. Een zeer gelukkig voorval. Eene ontzettende gebeurtenis. Buiteufporigc levenswijze van karel van falkemade. Er wordt een vrolijk feest gevierd. Dagobert en leonora •worden door den echt verecnigd. Lodewijk van hardenrots. Een Hollandsch reisje. Het eiland Marken en eene zonderlinge gewoonte, die aldaar plaats heeft. De Mode-winkels. Een treffend geval, doch waarvan de gevolgen voor lodewijk en carolina niet ongelukkig waren. Een zeer treurig berigt. De Heer welstrom , een zeer onwellevend man, en een heer.schzuchtig echtgenoot. Zeer verfchillende aandoeningen. Eindelijk leeft men. in de ouderlijke woning zeer vergenoegd en gelukkig.

De ganfche gefchiedenis behelst eigenlijk de zeer genoegcltike leefwijze der familie van het gedacht der van falkemades in eenen van tijd tot tijd toenemenden vriendenkring op een oud Kasteel, gelegen in eene der Provinciën,, die het naast aan Westfalen grenst, en levert, naar mate der onderfcheiden plaatshebbende omftandigheden , ook verfchillende tooneeleu op van vreugd, droefheid, geluk, ongeluk, teleurftelling en yerrasfing, foras gaat ernst ook met boert gepaard, terwijl alles de meest zedelijke (trekking heeft, aan des Schrijvers Werken eigen. Ook behoeven wij niet te zeggen, dat de verfchillende en zeer uiteenloopende karakters der in de gefchiedenis voorkomende perfonen uitmuntend zijn volgehouden, en alle zeer leerzaam, tot .aankweeking van menfehenkennis, zijn gefchetsr.

Met het grootfte genoegen hebben wij dezen Roman gelezen. Bijzonder heeft ons bevallen de fchets van het verfchil tusfehen de landelijke en (redelijke opvoe* ding in consxantijns en goöefrois kinderen, (een

af-