IETS OVER DE WEERSVOORSPELLING»

vervolgens die oorzaak in den ftorm, welke destijds op de Noorweegfche, Zvveedfche en andere kusten van Europa gewoed had (*). Dat de wind fomtijds ook wel door terugfpringjng, zelfs uit het zuidwesten, den voor het beftendige weêr bijzonder gefchikten oosthoek inneemt, is, zoo wij meenen, ook hier te lande nu en dan op tè'merken; Dat de hygrometer wel eens kort voor ttèrk'en regen eenen aanmerkelijken graad van droogte aanwijst,' heeft zoo wel lampadius, als vroeger de saussure , waargenomen. Ook leven zijn dagboek een voorbeeld van eenen 4 lijnen in" éénen nacht getezenen, barometer, terwijl er op deze rijzing verfcheidene fchoone dagen volgden. De ttoring van den regelmatigen weêrsloop in de oostperiode is er, hoewel zeldzaam , mede in te vinden. . De onvolmaaktheid van de gewone hygrometers is even zoo zeer te bejammeren, als derzelver hoewel dikwijls misleidend gebruik voor den weêronderzoeker onontbeerlijk is. Het waren eensdeels het gebruik, dat lampadius in Bohème van kleine zoutpiramiden uit de groeven van Wielitzka had zien maken , om eenige kennis van de ophanden zijnde droogte of natheid te bekomen , anderdeels de verpligting, waarin hij om andere redenen geraakte om de wateraantrekkende kracht van de verfchillende foorten van keukenzout in de Sakfifche zoutwerken in Thuringen te onderzoeken, waardoor onze hoogleeraar op het gelukkige denkbeeld kwam om dit Thuringsch zout als hygrometer te beproeven. Menigvuldige proeven leerden hem , dat deze zouten de vochtigheid niet Hechts fnel aantrekken, maar ook dat zij die zelfs bij de minfte verandering in de hijgrometrifche gefteldheid der lucht terftond weder loslaten; eene eigenfc'aap, die hem vervolgens dit zout, behoorlijk fijn gewreven en tot eene droogte gebragt,die deszelfs gewigt zoo veel als mogelijk was, verminderde, met een gevvenscht gevolg als hygrometer deed gebruiken. Dikwijls keerde dit zout onder zijne waarnemingen uit eenen vochtigen ftaat bijna tot de droogte terus, die hij er door kunstwarmte aan medegedeeld had. ö Ook

(*) De groote vochtigheid en het heerfchen der westelijke winden in den zomer van 1805 zijn, naar het gevoelen van lampadius , waarfchijnlijk veroorzaakt door eene buitengewoon groote hitte in Azië,