l8o de onbekende te brachfeld.

haren vader, dien zij bijna geheel en al regeerde, befluiten, om terftond na den maaltijd te vertrekken. De ambtsfchrijver, wiens komst men zeer gemakkelijk door een, m de nabuurfchap vervaardigd zijnde, testament kon bewimpelen, werd verzocht, om tegen over haar plaats in den wagen te nemen.

Het was omtrent vier ure na den middag, toen zij in Erachfclcl terug kwamen. De fëbïijvér, die thans eene nieuwe waarde bij jeannette verkregen had, moest thee blijven drinken. Zij begaf zich met hem naar de kamer van leonora. Dezelve was gefloten, en de juffer was, volgens de verzekering der bedienden den geheelen dag niet in huis geweest.

Jeannette's toorn werd heviger, dewijl zij tot nog toe geen voorwerp vond, waarop zij denzelven ontlasten kon. Zij ging terug in het woonvertrek van 'haren vader, welken men reeds de ontdekking van den fchrijver had bekend gemaakt.

„ Nog al tchooner berigten!" riep hij haar toe, terWijl hij haar eenen brief over gaf, die heden morgen was aangekomen, en hem thans, na zijne terugkomst, was overhandigd.

Hij was van den geheimfcbrijver van den graaf van iörnau, en een antwoord op dien van den overfte. „ De graaf"—- dit was de hoofdinhoud, „was zoo ge„ vaarlijk ziek, dat men elk oogenblik deszelfs dood te „ gemoete zag, waarom hij, de gebeimfchrijver, de „ verzochte opheldering mededeelen wilde."

,, Een ambteloos geleerde, fellner genaamd, was „ nooit bekend geweest in het huis van den graaf, en „ hij had, voor het overige, nooit iemand, die zulk „ eenen naam droeg, ontmoet."

Wat het horologie en de doos aanging, dan waren „ dezelve, volgens de befchrijving, buiten allen twijfel „ dezelfde, welke de graaf zijnen neef, den jongen „graaf, ferdi.xand van börnau, bij deszelfs vertrek naar Frankrijk, ten gefchtnke had gegeven. Deze bevond zich thans te Parijs, en had, nog voor „ twee dagen , vandaar gefchréven. Horologie en doos „ moesten hem dus zeker ontftolen zijn, dewijl men ,, zich anders met geene mogelijkheid kon verbeelden, hoe zij naar Duitschland, in de handen van eenen „ derden, waren gekomen. Dit vermoeden werd waar5, lchijnjijker, dewijl de graaf eenen jongen avonturier,

i„ waar-