löa DE ONBEKENDE TE BRACHFELD.

regtsdienaar voor de deur van fellner, om deszelfs terugkomst af te wachten, en hij was met eenen anderen naar den overfte gegaan, om de goederen van llonora te onderzoeken.

De kamer, en eene, in dezelve ftaande, kas werden geopend en doorzocht. Het eerfte, dat algemeene verwondering baarde, was een kostbaar diamanten lïeraad, voor welks glans jeannette, toen zij haar eigen verlierfel, beftaande uit Boheemfche fteenen, er mede vergeleek, terug deinsde. De ambtsfchrijver dacht, dat het een met het ander wel tachtig daalders waardig ware, doch de overfte, die betere kennis van edele fteenen had, fchatte hetzelve op, ten minfte, duizend dukaten. Hoe kon eene kamenier zulk een fieraad bezitten', zoo zij hetzelve niet had geftolen? — Eene brieventasch, zeer geheim onder het linnen verborgen, verwekte nog meer achterdocht. Al de brieven in dezelve waren in cijfer gefchreven, zoodat geen mensch dezelve lezen konde. Men vond alleen een klein briefje met potlood gefchreven, en, zoo als het fcheen , in haast opgefteld; hetzelve waS in goed Duitsch gefchreven.

De ambtsfchrijver en freule jeannette begonnen te lezen. Doch de laatfte had naauwelijks eenige regels gelezen, of zij verfcheurde het, in eene hevige woede, en vergunde den eerften niet, om er eenen enkelen blik meer in te flaan. De inhoud was deze:

„ Ik moet u eeue zonde belijden , mijn meisje! ik heb „ mij zoo even door uwe freule laten omhelzen , ,, en wel honderdmaal laten kusfen; ja! ik heb haar „ zelfs een weinigje ook omhelsd en een weinigje ge„ kust. Maar ook inderdaad maar een weinigje, en „ dit weinigje heeft mij zelfs zoo veel geweld op „ mij zeiven gekost , dat gij , waart gij er tegen„ woordig geweest , zeker deze gedwongene on„ trouw, als een onfeilbaar bewijs van mijne trouw „ zoudt hebben befchouwd. Wees dus niet boos op ,, mij wegens deze bekentenis, welke noodig is, om mijn hart te ontlasten."

„ Uwe F "

Hoe veel aanleiding tot woede jeannette reeds heden had gekregen,' zoo was deze toch, buiten twijfel, de fterkfte; want niets kan een meisje, vooral wanneer zij boven de jaren van eene jonge vrijfter begint

te