M ENGELSTUKKEN.

redevoering over de temperamenten der menschen.

{Vervolg en Slot van Bladz. ao£*)

Bij de gefchiedkundige opheldering van het pUegmatU Jche temperament hadden wij het eene vorige reize platen; volgens ons opgegeven plan bleef dus nog een iaatlte temperament, in de rij ter befchouwing overigUwe goedkeuring, mijne heeren! waarmede gij mim werk wel hebt willen loonen, heeft mij moed gegeven om het opgevatte werk voort te zetten, en in deze

lpreekbeurt mijne taak ten einde te weven. —■

Ik verzoek dan weder uwe gunftige aandacht, té «eer, daar eigenlijk, zoo bij het eerfle aanzien, het zwartgallige temperametit dezelve niet fchijnt uit tö lokken; — maar komt! wij willen zien of de'goede Vader der menfchen wel zoo in zijn werk geftruikeld nebbe, als gij misfchien bij u zelve reeds gedacht hebt.

A. d. Het zwartgallige temperament {temperamen* turn melancholicum) kenmerkt zich uiterlijk' door eert incest rank en flank Hgchaam: het aangezigt is meestenujd van den zoogenaamden Romeinfchen vorm, doch zwakker, lang uitgerekt, een hoog doch fmal voorhoofd, zwarte wenkbraauwen, waarachter zich donkere blaauWe, of wel zwarte oogen, als ware het, veri'chui:,s 11». c een zonderlinge opflag van het oog, welken Ui liefst fckuw wilde noemen, lange groote neus, groote mond, wankleurige lippen, lange hals, fmallé en platte borst, de huid foms blank, meest taankleung, de baren meest koolzwart, nooit gekroesd, ai> «ïen en dijen mager, hand en vingers fraai, de fpiervezelen in het geheel zeer zamengepakt, en het ge-• neele hgchaam voor een groot gedeelte fchaars voorden van wei en waterachtige deelen, waardoor., bij. «onder de vrouw van deze natuursgefteldheid. die be« meng. 1819. no. 6. O