VAN EENEN IN ENGELAND WOONACHTIGEN REIZIGER. 2J§

gemerkt worden. Hier geleidde ons lord auckLand weder alleen tot den erfdadhouder, welke wij benevens den erfprins vonden; en zoo was het weder eene bij, zondere audiëntie, even gelijk de eerde. Bij de vorstin gingen wij niet. .

Hier is eene klub, welke men de groote focieteié noemt, de gefchiktfle en best ingerigte, welke ik ooit zag, en mij bij uitflek bevalt. Het getal derjeden_mag niet hooger dan twee honderd zijn, en bellaat uit inlanders van de eerde klasfe, uit officieren van rang, en uit al de ministers van buitenlandfche hoven. Zij heeft een huis met fchoone vertrekken, bedienden en een* Zvvitfer aan den ingang. Drie kamers zijn er dagelijks van den morgen tot den avond bezet, en men vindt er Duitfche, Franfche, Engelfche en Hollandfche nieuws? papieren, benevens eenen voorraad van hofalmanakken* woordenboeken, dagbladen en encyklopediën. —fh Het groot getal leden maakt, dat men er altijd gez'eifcharJ aantreft. Men fpreekt, leest of fpeelt. Ververfchingen » welke men eischt, betaalt men. Dit alles heb ik ook; in andere foortgelijke gezelfchappen gezien, dat echter,, waardoor deze zich boven alle andere verheft, is dê goede toon, deftigheid, de uiterde beleefdheid en de vleijendde opmerkzaamheid voor vreemden.

Alle vreemdelingen van eenig aanzien worden èr iii toegelaten , en wel zonder eenige betaling; dragen ook niets bij tot de inflandhouding van het geheel. Wijverkregen er terdond na onze aankomst den toegang, en ik ben er federt, alle dagen ten minde een kwartieruurs geweest. De ftadhouder zelf komt er nu en dan^ en in dit gezelfchap zag ik hem voor de eerde maal. Hij boog zich tegen ieder, welke binnen kwam het eerst, en hieraan, alsmede aan den grooten kring, die om hem dond, herkende ik hem: anders was het niet mogelijk geweest, Want in het gedrag van allen, die heni omringden kon men niets befpeuren dat minderheid of onderwerping te kennen gaf, in het kort, alles droeg blijk van gemeenzaamheid, zoo ver die onder lieden van opvoeding plaats heeft.

Het fchijnt dat het corps diplomatique hier zeer gezellig is; want ik ben nog in geen groot gezelfchap geweest, waar de buitenlandfche ministers niet eett groot deel vau hetzelve uitmaakten.

Er zijn hier vele vreemden, en onder deze ook RuSS 3. ien$