474

DE ONTEVREDENE.

van al zijn vermogen, van zijne onafhankelijkheid èn van zijne geestbefchaving. Auerhof verlangde naar eene gematigde hemelftreek, waar de jaargetijden bevallig met elkander afwisfelen, eene plaats, waar flechts beminnenswaardige, vrolijke, opgeruimde en geestige vrouwen zijn, en aardige, bevallige mannen, die flechts zoo veel bezigheid hebben, om geene tijdverveling te gevoelen, maar evenwel tijd genoeg overig houden» om ieder levensgenot in volle teugen te genieten» reisde eindelijk naar Parijs. ,

Hoe rijk aan tijdverdrijf, verftrooijing en onderhoud van allerlei aard ook deze hoofdftad der wereld altlP is, dezelve kon evenwel het hart niet bevredigen vao eenen man, die het ongeluk heeft, van zich eeuW» met wenfchen te kwellen. •***■ De vrouwen waren °P verre na niet, wat hij zich van dezelve had voorgf field. Haar blik was te vertrouwelijk, geene befcbe'" denheid maakte haar befchroomd genoeg, zij lacfitefl zonder vrolijk te zijn, zij waren verftrooid met o0$' merk en zagen ftrak naar een voorwerp, hetwelk H niet achtten, om een ander te befcbouwen, waarop ^ geenen blik fchenen te werpen; zij hoorden zondef iets te vernemen, en ontvingen dengenen met de vriefl' delijkfte bevalligheid, die haar den grootften tegenz"1 inboezemde. De eene keek door eene lorgnet, die zÜ' daar zij goede oogen had, niet behoefde , eene andere trok aller oogen tot zich, dewijl z|j de kunst v«f' ftond, om zich te houden, alsof zij dacht, dat rneri in het geheel geen acht op haar floeg. Eene derd8 fchoof het haar van het voorhoofd weg, even alsof het haar aldaar in den weg ware, enkel om haren blaf* ken arm te toonen; en uit de oogen eener and*r? gloeide het vuur van wellust en van nijd, terwijl roO" en wit op hare wangen de rozen en leliën der jeugde' lijke gezondheid gefchilderd hadden. Wat hij over de mannen oordeelde, is niet openlijk bekend geworden» maar zoo veel is zeker, dat hij zich plotfeling naaf Amerika infeheepte.

Ook hier bragt hij zijne ontevredenheid mede. &e lucht was hem nu te dik, dan te fcherp. Het loof ^ hoornen had niet genoeg verfcheidenheid van kleuren» de morgen was den avond te gelijk, en de eene dag was even als de andere. In Filadelfia kon men weM

pc