BIJ DE UITREIKING VAN EERETEEKENEN. 591

wat gij, bij deze herdenking, gevoelen kunt, gevoelen moet? Belangelooze liefde verachtte het gevaar; voerde uwe kinderen uit het geweld des doods; en bragt hen terug in uwe armen, aan uwe harten.

Ouders! Ziet daar hen, aan welke gij de grootfte weldadigheid, die u immer kon bewezen worden, verfchul. digd zijt! — Zonder deze waren uwe kinderen verloren, en zoudt gij thans weenen op hun graf! Vergeet dan nimmer, wat deze, voor u, voor uwe kinderen, deden! Vergeet nooit het gevaar, dat zij, om uwen, om uwer kinderen wil, niet fchroomden ! — Zij vragen geene belooning, —- Waar is toch het loon hunnen moed, hunner daden waardig? — Zij eifchen geene belooning, maar zij hebben aanfpraak op geheel uwe erkentenis! Vergeet dan nimmer hunne onbaatzuchtige liefde, hunne grootmoedige daden! — Zoo dikwijls gij hen ziet, denkt dan: „ aan deze zijn wij onze kinderen, aan deze zijn wij de vreugde van ons leven verpligt!" Bidt God, dat deze hen vergelde, wat zij aan u en uwe kinderen verdienden, en gij nooit erkennen kunt. Dierbaarder dan ooit, (Ik, die ook vader ben, gevoel het aan mijn hart,) dierbaarder dan ooit, moeten nu uwe kinderen aan u zijn. Denkt veel aan het gevaar, waarin zij eenmaal verkeerden! Verhaalt hen dit, naar hunne vatbaarheid! Wijst hun hunne Redders aan! Wekt hen op; drukt hen op het hart, om toch nooit te vergeten, wat zij aan deze zijn verfchuldigd. —-

Maar boven alles; verheft uwe harten dankbaar ten hemel! God was het, die zulk eene edele liefde bij deze Braven wekte. Hij was het, die hunnen moed deed ontvlammen, en hunne pogingen zegende. Hij zelf gaf, door deze, u uwe kinderen weder. Vergeet het dan nooit, wat God aan u bewees. — Komt dan nu ook, met dubbelen ernst, uwe kinderen toegewijd aan dien God, die ze u, te tweeden male, fchonk! Spreekt, bij de ontwikkeling hunner vermogens, bij het toenemen hunner jaren, veel tot hen van God, van 2ijne bewaring in het uur des gevaars, van zijne vaderlijke redding. Voedt hen op, niet voor de wereld en de zonde, maar voor het goede en voor den hemel. Dat zijt gij verpligt als menfchen! Als Christenen hebt gij dit eenmaal beloofd. Dit oogenblik verbindt u daartoe op nieuws. — Komt dan. verheugde Vaders! bewelda.

dig-