DE AMBTVERZOEKERS.

«55

eene volksziekte begint dezelve zich overal te verfpreiden. Men kwelt zich, men dringt zich overal ia; men befchouwt hetgeen, waar men naar wenscht, als den prijs zijner verdienden, en hetgeen, wat men begeert, als iets, waarop men het onbetwistbaarfte regt verkregen heeft; dat, waarop men hoopt, befchouwt men als iets, waarop men de gegrondfte aanfpraak heelt. Mijn laarzenmaker zelfs is met deze ziekte behebt. Hij verontfchuldigde zich onlangs, wegens zijn telaatkomen, daarmede, dat hij zijne pogingen bij den minister van s Konings huis had moeten verdobbelen. De. heer

DE had inderdaad, in 1788, aan eenen der

oomen van mijnen laarzenmaker een ambrje beloofd; deze oom was komen te fterven, zonder hetzelve te hebben verkregen, en de neef deed nu, als deszelfs eenigfte erfgenaam, zijne regren op de furvivaixc gelden. Hoe vele aaiuoeken zijn niet even zoo regtmatig^ hoe vele eilchen zijn niet even zoo gegrond !

Sedert zes maanden zijn mijne naastbeftaanden bezig mij door briefporten uit te putten ; ieder brief, welken ik van hen ontvang, is vergezeld van rekwesten, verzoekfehrifren , getuigfehriften en Haten van' dienst, over welke ik mij iederen dag meer en raeer verwonder. Nimmer had ik, bij voorbeeld, kunnen denken, dat _ mijn oudoom , een Malthezer ridder, die federt zestien jaren zijne kamer houdt, eu mijn achterneef, die eersc verleden jaar het lyceum verlaten heeft, zoo

zeer tot redding van den (laat hebben medegewerkt

Zij hebben de gegrondfte aanfpraak op alle mogelijke belooningen: hoe zou het mogelijk zijn daaraan te twijfelen! Hnnne getuigfehriften zijn in orde, en, zoo als hunne naastbeltaanden wél zeggen, zij zijn veel beter dan de heeren A, B, C, enz., welke, federt tien jaren geplaatst zijn , en die hunne fortuin reeds gemaakt hebben. Dit is voorzeker eene onwederfprekelijke fluitrede.

Een mijner, in eene kleine ftad, in de provincie van Pbitou woonachtige, naastbeftaanden, vernomen hebbende, dat men bezig is de troepen van 's Konings huis op nieavv te organiferen , heeft het weten daarhenen te rigten, dat hij zes vekltogten bijgewoond heeft; hierdoor hoopt hij het middel gevonden te hebben, om zich tot kapitein bij de lijfwacht te doen aanftellen. Het heeft mij verwonderd, dat hij om geen rege*