664 ne eenige troost voor ontroostbaren;

vete is geweest, welker onzalige uitwerkfelenons vaderland ondervonden heeft? Hoe, indien een geheel on. partijdig onderzoek van de gefchiedenis der Dordfche kerkvergadering de waarheid bevestigde van het oude ipreekwoord: waar twee kijven hebben beiden fchuld? Zou men dan niet wel mogen wenfchen , dat de heer schotsman zijne leerredenen niet had uitgegeven? VVai wezenlijk nut kan die uitgave aanbrengen? Welke winst zal het Christendom daarbij hebben? En als dit niets won, maar integendeel bij die uitgave leed: ware

zij dan niet beter achtergebleven ?

Ik wensen hartelijk, dat het kwaad, door de ui-gave aanvankelijk, fchoön geheel tegen het oogmerk van D°. schotsman veroorzaakt, niet moge voorttelen: maar wel , dat ek, heizij hij Dordsch regtzinnig , hetzij hij onregtzming ,s , gedurig zich herinnere het Apostolisch onderwijs, i Cor. III: 13-18 , en zich bdjvere een werk te nichten, dat proefhoudende is. (*;

C*) Wij meenden, dit, ons toegezonden, Stukje geene plaats e mogen weigeren. Onze beoordeeling van de Eerezuil zullen wy 111 ons volgend N». mededeelen.

DE EEDACTEUR.

de eenige troost voor ontroostbaren; op de droom.

Tuist floeg de klok twaalf, toen de heer lindau het V ?°ef> hij Selezen had, toefloeg, en opftond,

dewijl het flikkeren van zijn kaarsje hem voorfpelde dat hrj weldra van deszclfs licht zou beroofd zijn I maar juist deze beweging bluschte het zwakke vlam' rnetje uit; en nu drong, in plaats van dikke duisternis, het zachte en toen Zü0 heerlijke maanlicht in zijne karoer. Getroffen, friet hij het venfter open, dat in den tuin mtzag , en verlustigde zich in de befchouwing van den flonkerenden fterrenhemel. Op eens klonk hem van uit net tuinhuis de zachte treurtoonen van het klavier

zij.